Bijna alles komt goed

Bob, begin dertig, zit gevangen in een diepe afkeer van zichzelf. Na een mislukte relatie met zijn ex voelt hij zich nooit goed genoeg. Niet voor haar, zichzelf, of iemand anders. Zijn cynische kijk op het leven laat hij merken door zijn liefdesverdriet en zelfafwijzing op geheel eigen wijze af te reageren op de buitenwereld. Terwijl het leven hem steeds meer tegenslagen brengt, begint Bob de dood te zien als een mogelijke uitweg, zonder het dramatische ervan te beseffen. Dit is een verhaal over zelfafwijzing, verlies, en de zoektocht naar betekenis in een wereld die steeds grimmiger lijkt te worden.