
Treinen, Luchtvaart, Maritiem
Populair in Treinen, Luchtvaart, Maritiem
Franco Tanel, Eric Strijbos, Jaap Verschoor
Travel by train
De trein maakt een revival door, niet alleen voor het dagelijks vervoer, maar vooral als een ontspannen manier van reizen. Of het nu gaat om een stedentrip of een reis naar een uithoek van de wereld. Dit boek richt zich op de uithoeken van de wereld en bevat enkele van de mooiste treinreizen op elk continent, met bezienswaardigheden, verhalen en belevenissen die je alleen kunt ervaren als je per spoor reist.
Hoewel de auteur in zijn paspoort de Nederlandse nationaliteit vermeld heeft staan, zou je Wesley van Drongelen met recht een Europeaan kunnen noemen. Niet alleen trekt hij al van jongs af aan door Europa om treinen te fotograferen en bouwde hij zo een uitgebreid netwerk op, in het dagelijks leven is hij een Europeaan in hart en nieren en als politiek wetenschapper ook beroepsmatig bezig met internationale betrekkingen. Na de nodige omzwervingen door ons werelddeel tijdens zijn studie, vestigde hij zich in het hart van ons continent en beschouwt hij sindsdien vanuit Zwitserland de ontwikkelingen op spoorweggebied in heel Europa.In dit boek neemt de auteur ons mee van het koude Lapland tot het zonnige Zuiden, van het Verenigd Koninkrijk tot Moldavië en van de Baltische staten tot Portugal. Europa lijkt geen geheimen meer voor hem te kennen, in ieder geval niet op spoorweggebied. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat de auteur tot de ietwat sombere conclusie komt dat we thans vrij waarschijnlijk de allerlaatste fase meemaken van het fenomeen nachttreinen. En dat is iets wat veel spoorwegliefhebbers zullen betreuren, want nachttreinen, en dan met name degene op internationale trajecten, spreken dankzij hun vaak bonte samenstelling tot de verbeelding. Wesley van Drongelen laat ze zien en analyseert de stand van zaken gedurende de eerste 15 jaar van deze eeuw om tenslotte de vraag te stellen: 'Nachttrein, quo vadis?'
Het verhaal van de verbouwde DE2 begint in 1973 als NS plannen maakt voor het moderniseren van een aantal Blauwe Engelen (materieel Plan X). Tussen 1975 en 1981 kwamen 26 gele verbouwde tweewagenstellen op de baan. Pas in 1998 nam NS afscheid van de laatste verbouwde dieseltweetjes, maar daarmee was het verhaal nog niet ten einde. Busbedrijf Oostnet nam in 1998 de exploitatie van het traject Almelo - Mariënberg over van NS en voerde de dienst uit met twee door NS uitgefaseerde dieseltweetjes, waarvan de laatste het tot in 2002 uithield. De 26 gele verbouwde tweetjes delen weliswaar de geschiedenis met de 50 rood gebleven motorrijtuigen en tweewagenstellen, maar zijn na de verbouwing feitelijk een geheel eigen materieeltype geworden. Dit boek beschrijft de gehele geschiedenis van de verbouwde DE2 en neemt u - in woord en beeld - mee naar een aantal lijnen in Zuid-Limburg, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland, waar de gele treinstellen voor korte of langere tijd beeldbepalend zijn geweest. Tevens is er in bescheiden mate aandacht voor het enige motorrijtuig dat de gele kleur heeft gehaald, de Kameel, het buitenbeentje van de Blauwe Engelenfamilie. Tot slot volgt een rondgang naar wat anno 2017 nog over is gebleven van het 123 rijtuigen tellende Plan X-materieel dat tussen 1952 en 1955 gebouwd werd.
De veerdienst naar Vlieland ‘OVERZEE en toch dichtbij’ gaat over de geschiedenis van de veerdienst op Vlieland. Die is altijd sterk afhankelijk geweest van de dienst op Terschelling, die ook wordt uitgevoerd door Rederij Doeksen. In 1861 kreeg de veerdienst op beide eilanden een soort officiële status doordat een schipper met zijn bottertje een contract afsloot met de Posterijen voor het briefvervoer over en weer naar Terschelling en Vlieland. De eerste postboot was een feit. Tweeëntwintig jaar later, in 1883, in Harlingen was men op dat moment bezig met de aanleg van de stroomgeleidende dam door de Pollen, werd het bottertje vervangen door de stoomboot ‘Terschelling.’ In 1907 nam de veel besproken raderboot ‘Minister Kraus’ de veerdienst over, ook naar Vlieland. Om de verbinding geregelder te maken kreeg Vlieland in 1908 voor het eerst een eigen primitief motorbootje, de eerste ‘Vlieland.’ In 1938 werd de eerste volwaardige nieuwe veerboot voor Vlieland gebouwd, de (kleine) ‘Vlieland,’ waarna nog een aantal volgden, allen getooid met de naam ‘Vlieland’ of ‘Oost-Vlieland.’ In dit met veel historische foto’s geïllustreerde boek een overzicht over de vaak becommentarieerde veerdienst, overzee over een van de moeilijkst bevaarbare zeeroutes van Nederland. ISBN/EAN: 978-94-91276-62-0 € 34,50 Henry Drost - Uitgave Flevomedia Harlingen Verschijnt dit najaar
R.C. Statius Muller, A.J. Veenendaal
De Nederlandse Stoomlocomotieven
Voor liefhebbers van stoomlocomotieven, spoorweghistorici en andere belangstellenden zijn de eerdere drukken van Waldorp’s levenswerk over de Nederlandse stoomlocomotieven tot een soort bijbel geworden. Een hele generatie van liefhebbers die zelf de Nederlandse stoomlocomotieven niet eens heeft meegemaakt, is opgegroeid met “de” Waldorp als bron van handzame en betrouwbare informatie. Sindsdien is er een en ander aan kennis bijgekomen op het gebied van de Nederlandse locomotiefgeschiedenis. Deze nieuwe editie is meer historisch verantwoord maar tegelijk met veel meer technische bijzonderheden. De tekst is geheel vernieuwd, wel met gebruikmaking van de informatie uit de oude tekst, maar vooral veel opnieuw ingedeeld, herschreven en uitgebreid. Onjuistheden zijn rechtgezet en witte plekken in de locomotiefgeschiedenis zo veel mogelijk opgevuld. Er is veel nieuw onderzoek gedaan, en nieuwe literatuur zijn uitgebreid geraadpleegd. Vergelijkingen met buitenlandse locomotieven zijn, waar zinvol, gemaakt en er is meer informatie over de verschillende fabrieken die aan Nederland hebben geleverd en over de chefs van Tractie van de verschillende Nederlandse spoorwegmaatschappijen. Het fotomateriaal is vernieuwd en veel nieuwe foto’s zijn opgedoken, ook van machines waarvan tot nu toe geen opname bekend was. Een heel bijzondere is wel een foto uit 1856 van een ex-Rijnspoor-breedspoormachine in dienst bij de Hollandse Spoor, misschien fototechnisch niet al te goed, maar door zijn leeftijd uniek. De machinist heeft echt een wit jasje aan!”
Cees Keijzer, Piet Dijk, Peter Egge
Mooie schepen en banen in de haven van Rotterdam (9)
Opnieuw een boek voor ‘shipaholics' in de haven van Rotterdam'. Met een overslagvolume van 469,4 miljoen ton was 2019 voor de Rotterdamse haven het beste jaar ooit. In 2020 werd dat door corona beduidend minder en daalde de overslag met 6,9 procent. In 2021 volgde een opmerkelijk herstel en werd, met een doorzet van 468,7 miljoen ton, het pre-corona niveau weer bereikt. Haven en scheepvaart zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden en door de auteurs Cees de Keijzer en Piet van Dijk is in het negende deel van de populaire reeks ‘Mooie schepen en banen in de haven van Rotterdam’ opnieuw een scala aan hedendaagse schepen en banen in de haven vastgelegd. 30 scheepstypes Hierin passeren meer dan 100 schepen de revue en komen twaalf haven gerelateerde banen voor het voetlicht. Aan de doelstelling om schepen en banen ‘van deze tijd’ in boekvorm, en met de nodige educatieve waarde, vast te leggen is opnieuw invulling gegeven. Er komen ruim 30 verschillende scheepstypes aan bod, waaronder, vanwege de grote diversiteit in vloeibare lading, meer dan tien soorten tankers. Ook zijn er schepen bij met lading uit Oekraïne en van Russische eigenaren of charteraars, die in beide gevallen doorgaans niet onder Russische vlag varen. Met als hoofdmoot olie en gas was voor de haven van Rotterdam 13 procent van de overslag Rusland gerelateerd. Welke impact het Rusland – Oekraïne conflict teweeg gaat brengen, is vooralsnog ongewis. Twaalf banen De twaalf banen zijn een mix van totaal uiteenlopende functies en bedrijven. De olie, nog steeds een van de belangrijkste producten in de Rotterdamse haven, moet steeds meer terrein prijsgeven aan milieuvriendelijker energiebronnen. De energietransitie is in opmars, zoals bij een 200 jaar oude scheepswerf, waar allerlei schepen aangepast worden om elektrisch te kunnen varen. Ook komen regelgeving en verzekeringszaken aan bod en een nieuwkomer in de haven is de Stadshavenbrouwerij op een voormalige fruitterminal. Die mix van functies is ook terug te vinden in de verdeling van vrouwen en mannen. Liefst vijf dames komen voor het voetlicht, waarmee aangetoond wordt dat het ruwe, zware havenwerk tot het verleden behoort en er steeds meer ruimte is voor havenvrouwen.
Kees Aarssen, Luuk Boerman
Van Berkel's patent de luchtvaartafdeling
De vlieg eigenschappen van de Hansa-Brandenburg waren de reden dat dit type in licentie in Nederland vervaardigd werd. De firma Trompenburg te Amsterdam was echter in 1918 volop bezet met de aanbouw van Farmans, Nieuwport-jagers en de bekende "Spijker" lesvliegtuigen, zodat andere firma`s dienden te worden gezocht om zich toe te leggen op de bouw van de Hansa-Brandenburg. Omdat het moeilijk bleek de luchtvaartafdeling LVA en MLD tijdens de Eerste Wereldoorlog te voorzien van moderne vliegtuigen, probeerde het Ministerie van Oorlog het Nederlandse bedrijfsleven te bewegen vliegtuigen te gaan nabouwen. Bedrijven welke dit risico aandurfden konden rekenen op aanzienlijke steun van de overheid. Dankzij het initiatief van Luitenant ter zee 1e klasse; D. Vreede, welke dhr. W.A. van Berkel persoonlijk kende, was de firma Van Berkel bereid de financiële risico's voor het oprichten van een afdeling vliegtuigbouw te aanvaarden. Dhr. Van Berkel die van huis uit de zoon van een slager was, beschikte over een buitengewone inventiviteit, getuige zijn gepatenteerde ontwikkeling op het gebied van vleessnijmachines, welke voor die tijd al ware wonderen van techniek waren.
Welke spoorwegliefhebber verlangt niet terug naar de jaren tachtig, het decennium waarin het NS-materieel veel gedaanten aannam, zowel qua types als kleurstellingen? Het materieelpark was in deze tijd aan een grote moderniseringsslag onderhevig. Verouderd materieel als de locomotievenserie 1000 en treinstellen materieel '46 ruimden het veld, terwijl nieuwelingen als de locomotieven van de serie 1600, de dubbeldeksrijtuigen en de Wadlopers hun opwachting maakten. Met deze modernisering verdwenen de oude kleuren uit de jaren vijftig bijna geheel. Nieuwe kleurstellingen verschenen op een aantal ICM-treinstellen en het nieuwe Benelux materieel. In de Materieelgids jaren '80 beschrijft Frank Oude Elferink het NS-materieel uit de jaren tachtig: van de stalen bagagerijtuigen uit 1932 tot de diesellocomotieven serie 6400 uit 1989. Tevens wordt het materieel dat NS voor langere tijd van andere maatschappijen huurde nader bekeken. Dankzij de medewerking van een aantal fotografen wordt een representatief beeld weergegeven van het NS-materieel tussen 1980 en 1990. Deze materieelgids jaren '80 is de proloog van de boekenreeks 'Retourtje verleden' waarin dienstregelingsjaren centraal staan. Tijd voor een retourtje jaren tachtig.
Een jonge vrouw, Marianne, vaart in de tachtiger jaren op een aftandse kustvaarder onder een ritselaar van een kapitein. In dit boek doet ze verslag van haar excentrieke vader, die vrouw en kinderen elke zomer op een open zeilboot zette en over de Waddenzee zwierf, lang voordat dat door duizenden watersporters op kajuitjachten vol elektronica werd gedaan. Marianne, de jongste, wist niet beter. Tot ze in opstand kwam tegen vaders minachting en wegliep naar de zeevaartschool. Dertig jaar later zeilt Marianne, jaar na jaar, met zo’n zelfde zeilboot over de Waddenzee. Ze beleeft adembenemende en aansprekende avonturen. Alleen of met haar zussen. Wat hebben ze op te lossen? Antwoorden komen bij stukjes en beetjes. Van de moeilijke Waddenzee en ook over wat voor schipper zij zelf is. Zo komen ze tot elkaar. Marianne vaart thuis. Een boek dat leest als een film met het toverachtige Wad als decor, waar de getijden en het constant veranderende licht je doen verlangen naar ultieme vrijheid. Pieter-Rim de Kroon Regisseur Silence of the Tides Marianne is onweerstaanbaar zichzelf, haar levenslust spat van elk woord af, en haar passie voor varen laat je verlangen naar avontuur. Een verademing om te lezen. Sebastiaan Labrie, documentairemaker
Al voor de bevrijding van Nederland boven de grote rivieren was duidelijk dat de bezetter planmatig, structureel en op grote schaal uit Nederland de meest uiteenlopende goederen had weggevoerd. Ongeveer 90% daarvan was na het begin van de Operatie Market Garden en de spoorwegstaking op 17 september 1944 uit ons land weggehaald. In die periode plunderden de Duitsers vooral vele fabrieken en de spoorwegen, maar ontruimden ook steden en dorpen, zoals Arnhem. Tegen deze achtergrond stelde de Nederlandse regering in april 1945 het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandsche Economische Belangen in Duitschland in dat tot taak had het opsporen en het terugbrengen van weggevoerde goederen en de behartiging van de economische belangen van Nederland in Duitsland. Dit boek verhaalt over de zoektocht die in dat kader in de periode 1945 tot en met 1951 plaatsvond naar de weggevoerde eigendommen van de Nederlandse Spoorwegen en over de daarmee verbonden uitwisseling van in Nederland buitgemaakt of achtergebleven (vooral) Duitse spoorwegmaterieel. Ook komt het niet teruggekeerde (“vermiste”) en in de DDR, Polen en andere Oost-Europese landen achtergebleven spoorwegmaterieel aan de orde, waarover na de val van de Muur steeds meer bekend is geworden. Het een en ander wordt ondersteund met veel foto’s en overzichten.
Top 10 van Treinen, Luchtvaart, Maritiem
In Spoorwegen wordt verslag gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen op spoorweggebied het afgelopen jaar en met een blik vooruit in vrijwel geheel Europa. Het jaarboek is onderverdeeld in 34 landenhoofdstukken met per hoofdstuk een beschrijving van algemene ontwikkelingen, investeringen in verbetering en uitbreiding van spoorweginfrastructuur, de reizigersdienst en het rollend materieel. Dit jaar telt het boek 976 pagina’s welke voorzien zijn van zeer veel kleurenfoto’s (>900). De behandelde landen en zijn: Industrie Noorwegen Finland Zweden Denemarken Duitsland Nederland Groot-Brittannië Ierland België Luxemburg Frankrijk Zwitserland Oostenrijk Italië Spanje Portugal Estland Letland Litouwen Polen Tsjechië Slowakije Hongarije Roemenië Oekraïne Moldavië Slovenië Kroatië Servië Bosnië-Herzegovina Noord-Macedonië Montenegro Albanië Bulgarije Griekenland
Een jonge vrouw, Marianne, vaart in de tachtiger jaren op een aftandse kustvaarder onder een ritselaar van een kapitein. In dit boek doet ze verslag van haar excentrieke vader, die vrouw en kinderen elke zomer op een open zeilboot zette en over de Waddenzee zwierf, lang voordat dat door duizenden watersporters op kajuitjachten vol elektronica werd gedaan. Marianne, de jongste, wist niet beter. Tot ze in opstand kwam tegen vaders minachting en wegliep naar de zeevaartschool. Dertig jaar later zeilt Marianne, jaar na jaar, met zo’n zelfde zeilboot over de Waddenzee. Ze beleeft adembenemende en aansprekende avonturen. Alleen of met haar zussen. Wat hebben ze op te lossen? Antwoorden komen bij stukjes en beetjes. Van de moeilijke Waddenzee en ook over wat voor schipper zij zelf is. Zo komen ze tot elkaar. Marianne vaart thuis. Een boek dat leest als een film met het toverachtige Wad als decor, waar de getijden en het constant veranderende licht je doen verlangen naar ultieme vrijheid. Pieter-Rim de Kroon Regisseur Silence of the Tides Marianne is onweerstaanbaar zichzelf, haar levenslust spat van elk woord af, en haar passie voor varen laat je verlangen naar avontuur. Een verademing om te lezen. Sebastiaan Labrie, documentairemaker
Quirijn Vegt, Frank Visser, Rolf Winter, Erwin Loo
Vederlicht zwaargewicht
Gracieus, snel, krachtig en wendbaar. Het zijn woorden die naadloos aansluiten bij een van de meest beeldbepalende gevechtsvliegtuigen van de afgelopen vijftig jaar: de F-16 Fighting Falcon. Ontwikkeld en gebouwd als lightweight fighter had het jachtvliegtuig veel weg van een snelle en nauwelijks grijpbare vedergewicht bokser. Maar ook met een enorme slagkracht. De F-16 kon zich daardoor makkelijk in de zwaarste gevechtsklasse staande houden. De Koninklijke Luchtmacht nam in juni 1979 de eerste van in totaal 213 F-16's in ontvangst. Het gevechtsvliegtuig maakte het staartje van de Koude Oorlog mee en vloog vervolgens duizenden missies boven de Balkan, Afghanistan, Irak en Syrië. Over de geschiedenis van de F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht gaat Vederlicht zwaargewicht. De aanschaf, de introductie, de opleidingen, het onderhoud en natuurlijk de operationele inzet; het komt allemaal aan bod. De F-16 heeft nu – net als de oude bokser – de ring verlaten. De handschoenen zijn na 45 jaar uitgetrokken. Vederlicht zwaargewicht. De F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht 1979-2024 is een saluut aan een van de belangrijkste wapensystemen van de Nederlandse krijgsmacht na de Tweede Wereldoorlog.
Nieuw in Treinen, Luchtvaart, Maritiem
Eindelijk is er een uitgebreid handboek voor iedereen die een traditioneel schip op een historische en modern verantwoorde manier wil tuigen. Er varen inmiddels al vele honderden opnieuw getuigde schepen rond, waarbij schippers zich vaak afvragen hoe het eigenlijk hoort. Floris Hin, heeft zijn jarenlange praktijkervaring als scheepstuiger in dit handboek vastgelegd, zodat iedereen er van kan profiteren. Alle onderdelen van het tuigen worden behandeld, zodat dit handboek de ideale leidraad is voor hen die hun schip historisch verantwoord willen tuigen of hertuigen. In 11 hoofdstukken worden niet alleen het historisch onderzoek behandeld, maar ook het zeil- en tuigplan, de rondhouten, sterkteberekeningen, bevestigingspunten voor staand en lopend want, blokken, grommers en touw, staaldraad, splitsen en het uiteindelijke tuigen gevolgd door het noodzakelijke onderhoud. Op de achterzijde staan foto's van de 'Vrouw Tjitsche', in 1898 gebouwd op de werf van Croles in IJlst als beurtscheepje tussen Bolsward en Amsterdam. Uiteindelijk werd het sterk verwaarloosde schip door Riemer Halbertsma gekocht en inmiddels ziet het schip er weer uit alsof het zo van de werf komt. Om er achter te komen hoe alles vroeger heeft gezeten, was veel studie en nog meer tijd van Riemer, zijn broer en vader, nodig. Die kan nu worden bespaard met dit handboek.
Varen op de Waddenzee is een bijzondere belevenis door het spel van weer en water en de eindeloos mooie natuur. De Waddenzee maakt op iedere zeiler, roeier of motorbootvaarder die door dit gebied zwerft een diepe indruk. Het vraagt wel de nodige nautische vaardigheden om veilig en verantwoord te kunnen varen en overnachten. Wadvaarders is een informatief, sfeervol en rijk geïllustreerd boek over belevenissen op het wad, havens en schippers, scheepsuitrusting en natuur, en laat ook zien dat het niet vanzelfsprekend is dat recreatievaarders de Waddenzee kunnen bevaren. Wat was er allemaal nodig om op deze zee te komen tot ‘vrij en verantwoord’ varen en de vrijheid om er te mogen ankeren en droog te vallen? Addo van Eijk woont aan het wad, is journalist en schrijft veel over de natuur. Rob Leemans was voorzitter van de Vereniging Wadvaarders en vaart al sinds zijn jeugd op de Waddenzee.
Er zijn op dit moment vier steden in Nederland waar trams een belangrijke rol spelen in het openbaar vervoer: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Dat is niet altijd zo geweest. Zo reden er ook trams in andere steden in Nederland. Dit boek neemt u op reis naar de steden waar trams hebben gereden. Van de paardentram tot de huidige trams. Hierbij komen de belangrijkste ontwikkelingen op tramgebied aan bod. Aparte kaders met wetenswaardigheden, technische gegevens van de verschillende trams en andere leuke feiten vullen het boek aan. Alles ondersteund met vele foto’s. Ook de museumactiviteiten van de diverse organisaties komen uitvoerig aan bod. In de collecties van deze musea zijn nog veel exemplaren te bewonderen, die vroeger en heel vroeger te zien waren. Het is prachtig overzicht van de ontwikkelingen van de tram in Nederland.
Veiligheid in de luchtvaart is niet vanzelfsprekend. De oorzaken van incidenten en accidenten zijn lang niet altijd van technische aard. Daarom is er veel aandacht besteed aan de omstandigheden waaronder ongevallen gebeuren, waarbij de alertheid van betrokkenen een belangrijke factor is. In dit boek staan verhalen over de veiligheid in de luchtvaart. De auteur is zelf bij veel verhalen op een of andere wijze, direct of indirect, betrokken geweest. Hij geeft een aantal voorbeelden van levensbedreigende situaties waarin hij zelf terecht was gekomen, ‘ter lering ende vermaeck’. Het zijn zeker geen taaie rapportages, zo worden ook testvluchten en een aantal merkwaardige gebeurtenissen beschreven. De verhalen worden ondersteund met vele afbeeldingen. Naast de verhalen worden diverse interessante facetten van het vliegen op eenvoudige wijze uitgelegd zoals ‘hoe is zweefvliegen zonder motor mogelijk’, maar ook ‘wat gebeurt er bij vliegen bij de geluidssnelheid’ en ‘is er een maximum snelheid en hoogte voor een vliegtuig’, ofwel wat betekent de çoffin corner, welke navigatiemiddelen zijn er, maar ook hoe komt vliegtuigonderhoud tot stand. Niet alleen veiligheid in de sportluchtvaart, de militaire luchtvaart (MLD) en de civiele luchtvaart, maar ook van de lowcost luchtvaartmaatschappijen komen aan de orde. De auteur van dit boek is 40 jaar werkzaam geweest in de luchtvaart als vliegtuigbouwkundige bij achtereenvolgens Fokker Schiphol, Marineluchtvaartdienst Valkenburg en de Rijksluchtvaartdienst (nu ILT). Tevens heeft hij 60 jaar ervaring opgedaan in de sportluchtvaart als (motor) zweefvlieg- instructeur en heeft hij een brevet motorvliegen ‘single engine’ gehad. In zijn militaire diensttijd heeft hij gewerkt bij de luchtmacht meteorologische dienst.
In Spoorwegen wordt verslag gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen op spoorweggebied het afgelopen jaar en met een blik vooruit in vrijwel geheel Europa. Het jaarboek is onderverdeeld in 34 landenhoofdstukken met per hoofdstuk een beschrijving van algemene ontwikkelingen, investeringen in verbetering en uitbreiding van spoorweginfrastructuur, de reizigersdienst en het rollend materieel. Dit jaar telt het boek 976 pagina’s welke voorzien zijn van zeer veel kleurenfoto’s (>900). De behandelde landen en zijn: Industrie Noorwegen Finland Zweden Denemarken Duitsland Nederland Groot-Brittannië Ierland België Luxemburg Frankrijk Zwitserland Oostenrijk Italië Spanje Portugal Estland Letland Litouwen Polen Tsjechië Slowakije Hongarije Roemenië Oekraïne Moldavië Slovenië Kroatië Servië Bosnië-Herzegovina Noord-Macedonië Montenegro Albanië Bulgarije Griekenland
Deze nieuwe editie van TRAMS 2025 staat weer boordevol nieuws over de ontwikkelingen in Europa van het afgelopen jaar. Geïllustreerd met ruim 275 foto’s. Per land worden de steden behandeld waar het tramnet is gewijzigd en uitgebreid. Stad voor stad worden de nieuwtjes besproken en met prachtige foto’s ook laten zien. Alle belangrijke ontwikkelingen op tramweggebied binnen Europa worden vermeld. Met een speciaal hoofdstuk over Trams in Zuid-Amerika
In dit jaarboek wordt in woord en beeld het afgelopen jaar doorgenomen. Ook worden de toekomstige ontwikkeling van elektrisch vliegen beschreven. Uiteraard aandacht voor militaire luchtvaart, helikopters, grote, kleine en zakelijke luchtvaart. Afgesloten wordt met het luchtvaartregister.
Een jonge vrouw, Marianne, vaart in de tachtiger jaren op een aftandse kustvaarder onder een ritselaar van een kapitein. In dit boek doet ze verslag van haar excentrieke vader, die vrouw en kinderen elke zomer op een open zeilboot zette en over de Waddenzee zwierf, lang voordat dat door duizenden watersporters op kajuitjachten vol elektronica werd gedaan. Marianne, de jongste, wist niet beter. Tot ze in opstand kwam tegen vaders minachting en wegliep naar de zeevaartschool. Dertig jaar later zeilt Marianne, jaar na jaar, met zo’n zelfde zeilboot over de Waddenzee. Ze beleeft adembenemende en aansprekende avonturen. Alleen of met haar zussen. Wat hebben ze op te lossen? Antwoorden komen bij stukjes en beetjes. Van de moeilijke Waddenzee en ook over wat voor schipper zij zelf is. Zo komen ze tot elkaar. Marianne vaart thuis. Een boek dat leest als een film met het toverachtige Wad als decor, waar de getijden en het constant veranderende licht je doen verlangen naar ultieme vrijheid. Pieter-Rim de Kroon Regisseur Silence of the Tides Marianne is onweerstaanbaar zichzelf, haar levenslust spat van elk woord af, en haar passie voor varen laat je verlangen naar avontuur. Een verademing om te lezen. Sebastiaan Labrie, documentairemaker
Veiligheid in Actie De meest toegepaste manier om veiligheid te verbeteren is door te leren van onze fouten en door voortschrijdend inzicht. Daarvoor moet er meestal eerst iets gebeuren, met het risico op letsel of schade - precies wat we willen voorkomen. Niemand zit te wachten op een incident of ongeval. Reactief veiligheidsmanagement is noodzakelijk, maar niet voldoende. DE FOCUS VAN DIT BOEK LIGT VOLLEDIG OP PROACTIEF VEILIGHEIDSMANAGEMENT. In Veiligheid in Actie ontdek je hoe je activiteiten uitvoert om ongewenste prestaties, incidenten of ongevallen te voorkomen. Je leert effectief om te gaan met gevaren en risico's. Ontdek hoe het toepassen van 52 proactieve veiligheidsprincipes en -initiatieven bijdraagt aan het bereiken van je doelen. Deze principes en initiatieven vormen het startpunt voor vele interessante en leerzame discussies over veiligheid binnen jouw team en organisatie. Dit boek is gebaseerd op praktijkkennis, inzichten en ervaringen die zich al ruim een eeuw hebben bewezen in zowel de civiele als de militaire luchtvaart. Het is een waardevolle bron voor elke luchtvaartprofessional. Omdat veiligheidsprincipes en -initiatieven algemeen toepasbaar zijn, is dit boek ook geschikt voor andere sectoren. Wil je de veiligheidsprestaties of -cultuur binnen je team of organisatie versterken of verbeteren? Dan is het tijd om in actie te komen. Door één of meerdere van deze 52 veiligheidsprincipes en -initiatieven effectief en op het juiste moment toe te passen, zet je een belangrijke stap richting je doel. Moeilijker dan dat is het niet. En als je alles al weet, is dit boek een geweldig cadeau om iemand anders ook te helpen een veiligheidsprofessional te worden. Geert Hulshof heeft meer dan 45 jaar ervaring in de civiele en militaire luchtvaart. Als gezagvoerder (‘commander’), instructeur, examinator en safety manager besteedt hij veel tijd en aandacht aan veiligheid. Hij heeft een masterdiploma in Enterprise Risk Management en is gespecialiseerd in proactief veiligheidsmanagement en geïntegreerde managementsystemen. Als trainer en coach heeft Geert Hulshof de veiligheidsprincipes en -initiatieven in dit boek aan veel luchtvaartprofessionals en organisaties onderwezen.
Quirijn Vegt, Frank Visser, Rolf Winter, Erwin Loo
Vederlicht zwaargewicht
Gracieus, snel, krachtig en wendbaar. Het zijn woorden die naadloos aansluiten bij een van de meest beeldbepalende gevechtsvliegtuigen van de afgelopen vijftig jaar: de F-16 Fighting Falcon. Ontwikkeld en gebouwd als lightweight fighter had het jachtvliegtuig veel weg van een snelle en nauwelijks grijpbare vedergewicht bokser. Maar ook met een enorme slagkracht. De F-16 kon zich daardoor makkelijk in de zwaarste gevechtsklasse staande houden. De Koninklijke Luchtmacht nam in juni 1979 de eerste van in totaal 213 F-16's in ontvangst. Het gevechtsvliegtuig maakte het staartje van de Koude Oorlog mee en vloog vervolgens duizenden missies boven de Balkan, Afghanistan, Irak en Syrië. Over de geschiedenis van de F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht gaat Vederlicht zwaargewicht. De aanschaf, de introductie, de opleidingen, het onderhoud en natuurlijk de operationele inzet; het komt allemaal aan bod. De F-16 heeft nu – net als de oude bokser – de ring verlaten. De handschoenen zijn na 45 jaar uitgetrokken. Vederlicht zwaargewicht. De F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht 1979-2024 is een saluut aan een van de belangrijkste wapensystemen van de Nederlandse krijgsmacht na de Tweede Wereldoorlog.
De Fokker D.21 is het belangrijkste Nederlandse vliegtuigontwerp uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Dit boek is het eerste grote, Nederlandstalige werk dat het interessante verhaal van de Fokker D.21 in al zijn internationale facetten uit de doeken doet. De meest vooraanstaande kenners in vier verschillende landen werkten eraan mee. Het bevat veel nieuwe inzichten en is rijk geïllustreerd met honderden foto's en tekeningen, waarvan vele nooit eerder zijn gepubliceerd.
Jean-Pierre Malaspina
De samenstelling van EuroCity-treinen deel 2
Dit is het tweede deel van de boeken gewijd aan de samenstellingen van de internationale EuroCity-treinen die van 1987 tot heden door de verschillende Europese landen reden en rijden. De landen die in dit boek aan bod komen zijn, in alfabetische volgorde: Frankrijk, Hongarije, Italië, Kroatië, Luxemburg, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zwitserland. In veel van deze landen is het aandeel van treinstellen in het vervoer, vooral bij hogesnelheidstreinen, veel groter dan in de verbindingen die in het eerste deel aan bod komen, hetgeen een meer algemene tendens bij de spoorwegen in de afgelopen decennia weerspiegelt. De lezer, of hij nu modelspoorliefhebber is of niet, treft in dit boek zo’n 700 verschillende treinsamenstellingen en hun wijzigingen gedurende de 37 jaar van het bestaan van deze inter-Europese verbindingen.
De Fokker T.8-W was een in 1938 op verzoek van de Marineluchtvaartdienst (MLD) ontworpen tweemotorige torpedobommenwerper en verkenner op drijvers voor de net opgerichte torpedodienst. Het vliegtuig was bestemd voor zowel de Nederlandse kustverdediging als voor Nederlands-Indië. Het toestel was in 1937 ontworpen en markeerde tegelijk voor Fokker de overgang naar een nieuwe constructie. Er werden 36 toestellen gebouwd die dienst hebben gedaan bij de MLD.
Cor Oostveen, Jan Broos
Jachtkruiser 3 Techniek van Kop tot Staart
Na de beschrijving van de bouw en de inzet van de Fokker G-1 in Deel 1 respectievelijk Deel 2, wordt in dit derde deel de gehele constructie van dit bijzondere vliegtuig in detail weergegeven. Van het oorspronkelijke ontwerp tekeningenpakket van de Fokker G-1 is weinig bewaard gebleven. Dit feit heeft geleid tot een bijzonder project: uitzoeken hoe de Fokker G-1 was geconstrueerd. Voor u ligt het resultaat van ruim veertig jaar onderzoek naar de constructie van de Fokker G-1 Mercury. Deze uitgave bestaat uit honderden door Jan Broos met de hand getekende technische illustraties, ondersteund door inhoudelijke tekst en foto’s. Sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw hield Jan Broos (zelfstandig technisch illustrator) zich hiermee bezig. Met zijn technische inzicht heeft hij in 1985 een prachtig model van de Fokker G-1 (schaal 1:10) gebouwd. Met de ontdekking in 1993 van een grote serie bouwfoto’s van de Fokker G-1 in Denemarken en zijn aansluiting bij de Stichting Fokker G-1 in 1997 kwam zijn werk aan dit onderwerp in een stroomversnelling. Met behulp van deze gedetailleerde foto’s en aanvullende informatie maakte Jan Broos circa vierhonderd technische illustraties (in 3D-aanzicht en z.g. “exploded views”) van de Fokker G-1. Helaas is Jan Broos in 2019 overleden. Een eerder door hem geschreven en geïllustreerd manuscript is de basis van deze publicatie. Kijk nu mee door de bril van Jan Broos en leer de Fokker G-1, Fokkers’ allermooiste jager, tot in detail kennen!
Cor Oostveen, Karel Kalkman, Frits Gerdessen, Willem Vredeling
Jachtkruiser 1
Dit is het eerste deel van drie uitgaven over de Fokker G-1. Samen vormen ze een standaardwerk over een stuk nationale luchtvaarthistorie. Het complete verhaal over de aanvalsjager, met aandacht voor het ontwerp, de techniek en de ontwikkeling van het vliegtuig. De Fokker G-1 jachtkruiser was een aanvalsjager die in 1936 werd ontworpen door ir. Marius Beeling en Dr.ir. Erich Schatzki. Het idee achter het ontwerp was een combinatie van een lange afstands jager, verkenner en lichte bommenwerper. Een denkbeeld dat ook in het buitenland leefde en aanleiding was voor diverse nieuwe vliegtuigontwerpen. Dit ontwerp was met name bijzonder door het gebruik van dubbele staartbomen, het opvallendste kenmerk van deze jachtkruiser. Het Wapen der Militaire Luchtvaart bestelde 36 stuks Fokker G-1 Mercury. Deze werden vlak voor de oorlog afgeleverd. In november 1939 kwam daar nog de bestelling bij van 26 G-1 Wasp, waarvan er nog tien stuks door de fabriek zijn afgeleverd, deels zelfs tot in de Meidagen van 1940.
Ter Haar beschrijft in "Meningen van een zeeman" de, naar zijn mening, vreemde gang van zaken in de huidige wereld van de scheepvaart en scheepsberging. Het gaat over de enorme overdrijving van gebeurtenissen. Deze brachten hem er toe zijn verbazing op te schrijven. Het was de blokkade in het Suezkanaal door het zeer grote containerschip "Ever Given" dat het laatste zetje gaf. De berging van de eeuw werd het genoemd. Van het één kwam het ander en de onderwerpen meldden zich als vanzelf: het gaat over het Suezkanaal. Het gaat over reuzeschepen, zowel containerschepen als cruiseschepen, alles zeer groot en buiten proporties. Het gaat over Lloyd's Salvage Arbritration Branch. De oplopende kosten van een berging. Ongevallen met autotransportschepen en veetransportschepen. Kunstmatige intelligentie en autonoom varen. En hoe gaat men om met bemanningen in tijden van oorlog. Het gaat over autoriteiten, ten anker liggen en scheepsbranden. Het foutief opgeven van ladingen, gewichten en samenstelling, veelal uit winstbejag. Ook over de bemoeienis van Jan en alleman met beleid op het schip mede vanwege goede communicatiemiddelen. De beste stuurlui staan letterlijk aan land. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid geeft zelfs in één van haar recentere uitspraken het advies aan een reder een dwingende aanwijzing tijdens de reis op te leggen aan de kapitein. Maar de wet van de zee is anders. Het gaat uiteraard ook over vluchthavens, de veilige haven voor een schip in nood. Dat vraagt daadkracht. Maar dat moet dikwijls uitgebreid met belangengroepen besproken worden, dat kost veel tijd, tijd die er niet is.
Paul Goossen, Jan Broekhoven, Jeanine Dekker
Onverschrokken overleefster
Museumschip Mercuur kwam in 1954 als oceaanmijnenveger Hr.Ms. Onverschrokken uit de VS in dienst bij de Koninklijke Marine. Als torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur maakte het vele reizen naar Noorwegen en Schotland, de Bahama’s en de Middellandse Zee. Het schip doorstond in die tijd menige schijntorpedering, 53 graden slagzij, regelmatig binnenstromend zeewater, rijkelijk stromend bier, Noors drijfijs, stevige machineschade en een bijna fatale aanvaring. Nu geniet deze Grand Old Lady van haar oude dag in het historische Dok van Perry in Vlissingen. Het verhaal komt tot leven met meer dan 250 foto’s en de verhalen van oud-opvarenden en vrijwilligers die het schip als living history museum een toekomst geven. Met een gezamenlijk voorwoord van de commandant van de huidige Zr.Ms. Mercuur en de groepscommandant Onderzeedienst en een voorwoord van Frans Boetes, de founding father van de Mercuur als museumschip. AUTEUR Paul Goossen (Vlissingen, 1967) is vrijwilliger op museumschip Mercuur in Vlissingen. Hij werd door het werk van zijn vader op scheepswerf De Schelde aangestoken door het maritieme virus en verzamelde alles wat los en vast zat van de marine. Deze jeugdliefde zou niet meer overgaan. Voor Onverschrokken overleefster dook hij in de archieven en spoorde de verhalen op van oud-opvarenden en andere betrokkenen die een rol speelden in de zeventigjarige geschiedenis van het schip
Boeken over Treinen, Luchtvaart, Maritiem