Technische wetenschappen

Niemand kan het probleem van de klimaatverandering zo goed onder woorden brengen als Katharine Hayhoe in haar boek Hoop voor de aarde: hoe we samen het klimaat kunnen redden. De klimaatverandering is even urgent als complex. We benoemen het en zuchten erover, maar het lukt ons moeilijk om samen tot concrete actie te komen. Katharine Hayhoe legt daar de vinger bij en geeft aan hoe we vanuit een gesprek hierover heel praktisch aan de slag kunnen gaan om het klimaat te redden. Daarvoor is nodig dat de feiten bekend zijn. Die zet ze op een rij. Daarnaast is het belangrijk dat we zicht hebben op oplossingen. Die geeft ze in het boek. Hayhoe spoort de lezer aan om werk te maken van het klimaat en daarbij de hoop niet te verliezen. ‘Glashelder toont Katharine aan hoe belangrijk de juiste woorden zijn om tot hoopgevende daden te komen in de klimaatcrisis die ons allen bedreigt’ (Reinier van den Berg).

Compleet en rijk geïllustreerd handboek voor het vak tekenen binnen werktuigbouwkunde; herziene editie met aandacht voor 3d-tekenen; met opdrachten om de theorie meteen toe te passen. Inleiding werktuigbouwkundig tekenen en construeren legt de basis voor het werktuigbouwkundig tekenen volgens de Nederlandse norm (NEN). Met dit boek leren studenten werktuigbouwkundige onderdelen van installaties te ontwerpen en te tekenen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan tekenen met AutoCAD. Studenten kunnen de aangeboden technieken en theorie uitgebreid oefenen aan de hand van een groot aantal oefeningen in tekeninglezen en tekenen. Door de ringband kan Inleiding werktuigbouwkundig tekenen en construeren gemakkelijk naast de computer gebruikt worden. Deze vierde editie is geactualiseerd en uitgebreid met het thema 3D-tekenen. Daarnaast is er extra aandacht voor het ontwerpproces. Doelgroep Inleiding werktuigbouwkundig tekenen en construeren is geschikt voor de propedeuse van alle opleidingen voor het vakgebied engineering, maar met name voor de opleiding werktuigbouwkunde. Extra materiaal Op studiemeister vinden docenten en studenten ondersteunend materiaal, zoals bijvoorbeeld databestanden, uitwerkingen, aanbevolen literatuur, achtergrondmaterialen en instructiefilmpjes. Over de auteurs Wiebe de Bruijn is gepensioneerd, maar nog steeds actief in het vakgebied. Enzo Legierse is werkzaam bij het bedrijf Deno Compressors in Krimpen a/d IJssel en is afgestudeerd aan de Hogeschool Rotterdam bij de opleiding werktuigbouwkunde.

This book focuses on the evolution of the popular 3rd generation Chevrolet 1/2-ton C/K-Series pickup trucks from 1973-1987. Taking a detailed look at the history, development and specs, this book also looks at customisation and restoration of this classic American pickup.

In diesem Band (Nr. 5214) wir das Modell Ducati M 600 / 750 / 900 Monster - ab Modelljahr 1993 behandeltViele Explosionszeichnungen und detailgetreue Abbildungen vermitteln leicht verständlich die wesentlichen Bauelemente der Fahrzeugtechnik.Die Handbuchreihe bietet Ihnen:Genaue Anweisungen für Wartung und Reparatur Sorgfältige Gliederung Schrittweise Erklärung der Arbeitsgänge Übersichtliche Zeichnungen und verständliche Detailfotos zeigen die komplette Fahrzeugtechnik von Motor, Getriebe, Fahrwerk bis hin zur Bremsanlage. Sie werden präzis erklärt. Alle technischen Daten, exakte Einstellwerte und Maßtabellen sind in einem umfangreichen Tabellenteil übersichtlich zusammengestellt.

So geraten Sie nicht auf die schiefe Ebene Um die Technische Mechanik kommen Sie im Ingenieursstudium nicht herum. Aber keine Sorge: Wilhelm Kulisch erklärt Ihnen in diesem leicht verständlichen Buch, was Sie über Kinematik, Dynamik, Statik und Kinetik wissen sollten. Auch Festigkeitslehre, Kontinuumsmechanik und Co. kommen nicht zu kurz. Zu Beginn des Buches finden Sie zudem die mathematischen und physikalischen Grundlagen, die Sie kennen sollten, um das Thema zu beherrschen. Zahlreiche übungen am Ende der einzelnen Kapitel runden das Buch ab. So ist Technische Mechanik für Dummies eine gut verständliche Hilfe. Sie erfahren - Was Sie über Lager, Balken und Fachwerke wissen sollten - Was es mit der Maschinendynamik auf sich hat - Wie Sie elastische und plastische Verformungen berechnen

An introduction to the field of applied ontology with examples derived particularly from biomedicine, covering theoretical components, design practices, and practical applications.

Bij het ontwerpen van gebouwen heeft men voortdurend te maken met maten die zijn afgeleid van de afmetingen van het menselijk lichaam. Wij vinden deze menselijke maten of veelvouden hiervan terug in de afmetingen van onderdelen van gebouwen, zoals trappen, deuren, keukens en voorwerpen die zijn bestemd voor het gebruik door mensen.Om te voorkomen dat iedere ontwerper opnieuw deze maten zelf moeten opmeten is dit boekje. 'De menselijke maat', samengesteld. In deze uitgave worden niet alleen de maten op zich weergegeven, maar ook de relatie tussen de afmetingen en bewegingen van het menselijk lichaam en de maten van bouwkundige elementen in en om de woning. 'De menselijke maat' is op verschillende manieren bruikbaar. Ontwerpers ontlenen hieraan de optimale maten van ruimten die zijn gerelateerd aan ruimtelijke indelingen.Gebruikers vinden hierin wellicht een antwoord op vragen over het hoe en waarom van gehanteerde maten.

Engineering in Plain Sight is a beautifully illustrated field guide to the infrastructure around us.

Known for its accuracy, clarity, and dependability, Meriam, Kraige, and Bolton's Engineering Mechanics: Dynamics, 9th Edition has provided a solid foundation of mechanics principles for more than 60 years. This text continues to help students develop their problem-solving skills with an extensive variety of engaging problems related to engineering design. In addition to new homework problems, the text includes a number of helpful sample problems. To help students build necessary visualization and problem-solving skills, the text strongly emphasizes drawing free-body diagrams, one of the most important skills needed to solve mechanics problems.

In dit boek wordt het gebruikelijke beeld van onderhoud als geldverslindende kostenpost grondig herzien. Wanneer de kracht van onderhoud niet erkend wordt, heeft dit op de lange termijn onvermijdelijke gevolgen voor het primaire bedrijfsproces. Een doordacht maintenance managementproces verlengt de technische en economische levensduur van bedrijfsmiddelen en is daarmee een essentiële motor voor waardecreatie binnen organisaties.Met praktische richtlijnen en inzichten biedt dit boek ondersteuning om win-win situaties te creëren: de prestatie van assets zullen verbeteren én de kosten van onderhoud zullen stabiliseren of zelfs verminderen. Dit boek biedt ook zicht hoe we op een flexibele, slagvaardige en moderne manier een onderhoudsorganisatie kunnen ontwerpen. Zo kunnen we het waardecreatieproces van onderhoud binnen een organisatie nog meer versterken.In deze herwerkte versie is het hoofdstuk Slim ontwerpen van een flexibele en slagvaardige organisatie toegevoegd als verdieping op het hoofdstuk Maintenance / serviceorganisatie.Integraal Maintenance Management is een bron van kennis en inspiratie voor de doorgewinterde professional maar ook voor de lezer die nieuwsgierig is naar de wereld van onderhoud. Denk- en handelskaders voor binnen de industrie en installatietechniek worden geboden aan (aankomende) maintenance-engineers, operators eerstelijnsonderhoud, SHE-deskundigen, planners, werkvoorbereiders, contractcoördinatoren, contractmanagers, opdrachtgevers, servicemonteurs, vastgoedeigenaren en hun gebruikers.OVER DE AUTEURDr. ing. Vincent van Loenen werkt als docent Maintenance- en assetmanagement in het hoger onderwijs. Vanuit zijn technische en bedrijfskundige achtergrond adviseert hij daarnaast installatie- en industriële bedrijven bij onderhoudsvraagstukken. Zijn advies werd geïmplementeerd door o.a. Unica, Kuijpers en Van Dorp, Caterpillar Worktools en FN Steel.

Pompen en compressoren zijn onontbeerlijk in de industrie: ze worden onder meer gebruikt in chemische fabrieken, HVAC-installaties, ruimtevaart, medische en farmaceutische bedrijven. Dit handboek is het eerste werk dat de onderwerpen pompen en compressoren bundelt en op encyclopedische manier benadert. In samenwerking met bedrijven, ingenieurs en technici geeft de auteur een helder overzicht van alle toestellen die op de markt zijn. Het boek bevat naast beschrijvingen van de werking, eigenschappen en wiskundige studie van de gebruikelijke pompen en compressoren tevens de noodzakelijke voorkennis op gebied van stromingsmechanica, fluïdumstatica en -dynamica, alsook het deel van de thermodynamica dat noodzakelijk is als voorkennis. Het boek bevat ook een hoofdstuk gewijd aan regelkleppen en afsluiters. Relevante voorbeelden en oefeningen illustreren het geheel. Pompen & compressoren is een essentieel naslagwerk voor elke ingenieur of technicus. Ook voor studenten industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen en elektromechanica is dit boek een belangrijk referentiewerk.

Overschakelen op duurzame energie vergt veel meer dan windturbines en zonnepanelen bijbouwen. Het hele energiesysteem moet op de schop. Vraag en aanbod van duurzame energie liggen namelijk te ver uit elkaar. In steden en industriegebieden, waar duurzame energie het hardst nodig is, is er een groot gebrek aan ruimte. En de woestijnen en oceanen, met een overvloed aan zon en wind, liggen ver weg. Dit boek laat zien hoe je deze opslag- en transportproblemen slim kunt oplossen met waterstof en elektriciteit. Daarnaast pleiten we voor een bredere kijk op energiesystemen, als onderdeel van een geïntegreerd, wereldwijd systeem voor levering van energie, materialen, water en voedsel. Op weg naar groene energie voor iedereen!

Zodra je een woning hebt, krijg je ook de verantwoordelijkheid om ze in orde te houden. Maar wat is ‘in orde’ nu eigenlijk? Wat wordt er (wettelijk) van een vastgoedeigenaar verwacht? Dit boek geeft een toegankelijk overzicht van alle technieken en wettelijke verplichtingen die je moet kennen om een woning technisch in orde te brengen, van verwarming tot inbraakveiligheid. Je leert vakjargon begrijpen en krijgt waardevolle tips die garanderen dat je waar voor je geld krijgt als je een huis koopt, bouwt of verbouwt. Naast de allernieuwste technieken is er ook aandacht voor verouderde installaties die je weleens zou kunnen tegenkomen in een minder recente woning. Dat alles maakt De goede huisvader een onmisbaar handboek voor vastgoeddeskundigen, vastgoedbeheerders, projectontwikkelaars, landmeters, (binnenshuis)architecten, bouwkundigen, medewerkers van notariaten en studenten uit de bijbehorende opleidingen. Tegelijkertijd is het een praktische gids voor al wie een droomwoning wil aankopen, bouwen of renoveren.

Nederland was altijd al een van de beste jongetjes in de klas van het Atlantisch bondgenootschap. Het tragische gevolg daarvan is dat Nederlanders geneigd zijn om de Amerikaanse versie van de gebeurtenissen in de wereld klakkeloos aan te nemen. Dieptepunt waren de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, waarbij de sluizen van desinformatie over zowel de binnenlandse als de buitenlandse Amerikaanse politiek wijd werden opengezet. Door de Nederlandse pers wordt ten aanzien van de Amerikaanse hegemonistische wereldpolitiek geen enkel kritisch onderzoek verricht. De onbewezen Amerikaanse versie van de gebeurtenissen wordt een-op-een doorgezet naar de Nederlandse burger. In de Verenigde Staten zelf is echter wel degelijk sprake van kritisch journalistiek onderzoek. Dat gebeurt door talloze onafhankelijke onderzoekers die per definitie buiten de mainstream paden werken. Het zijn deze alternatieve bronnen die in dit boek een belangrijke rol hebben gespeeld bij het beschrijven van het andere, meer duistere beeld van Amerika. Het beeld dat absoluut noodzakelijk is om de huidige gebeurtenissen in de wereld te begrijpen. De waarheid over 9/11 moet nog naar buiten komen en de tijd is er rijp voor.

Geoengineering en Transhumanisme is het derde boek van Elana Freeland en completeert het volledige beeld van waarvoor geoengineering vanaf het allereerste begin, nu zo'n 30 jaar geleden, is bedoeld, namelijk het beheersen van de ionosfeer met gepulseerde straling om zo een geïoniseerde atmosfeer te handhaven waarin chemische stoffen en nanotechnologie voortdurend kunnen worden uitgestrooid door straalvliegtuigen, drones en raketten met als excuus 'de strijd tegen klimaatverandering'. Daarnaast wordt met het manipuleren van de totale planetaire omgeving waarvan de mens volledig afhankelijk is, de basis gelegd voor de volledige synthetisering van Mens 1.0. De lucht die we inademen, de grond waarin we ons voedsel verbouwen, het water dat we drinken - alles is intussen in beslag genomen door biotech- en pharmabedrijven voor de beoogde Transhumane Mens 2.0. In een gezamenlijke aanval worden chemicaliën, nanotechnologie en elektromagnetisme gebruikt in een stille oorlog tegen de mensheid, ter voorbereiding op de uiteindelijke softwarefase van de brein-computer interface (BCI) die voor de deur staat en die een definitief einde moet gaan maken aan de autonomie van het individu. Een boek over de strijd tussen goed en kwaad, licht en duisternis, die 100 jaar geleden door Rudolf Steiner al is voorspeld. De eindfase is aangebroken en de mensheid wordt wakker.

Geoengineering en Transhumanisme is het derde boek van Elana Freeland en completeert het volledige beeld van waarvoor geoengineering vanaf het allereerste begin, nu zo'n 30 jaar geleden, is bedoeld, namelijk het beheersen van de ionosfeer met gepulseerde straling om zo een geïoniseerde atmosfeer te handhaven waarin chemische stoffen en nanotechnologie voortdurend kunnen worden uitgestrooid door straalvliegtuigen, drones en raketten met als excuus 'de strijd tegen klimaatverandering'. Daarnaast wordt met het manipuleren van de totale planetaire omgeving waarvan de mens volledig afhankelijk is, de basis gelegd voor de volledige synthetisering van Mens 1.0. De lucht die we inademen, de grond waarin we ons voedsel verbouwen, het water dat we drinken - alles is intussen in beslag genomen door biotech- en pharmabedrijven voor de beoogde Transhumane Mens 2.0. In een gezamenlijke aanval worden chemicaliën, nanotechnologie en elektromagnetisme gebruikt in een stille oorlog tegen de mensheid, ter voorbereiding op de uiteindelijke softwarefase van de brein-computer interface (BCI) die voor de deur staat en die een definitief einde moet gaan maken aan de autonomie van het individu. Een boek over de strijd tussen goed en kwaad, licht en duisternis, die 100 jaar geleden door Rudolf Steiner al is voorspeld. De eindfase is aangebroken en de mensheid wordt wakker.

Dit boek behandelt het berekenen van de stabiliteit van staven in staalconstructies belast op druk, op buiging en op de combinatie van druk en buiging volgens Eurocode 3. • Hoofdstuk 1 behandelt de theorie en achtergronden van de stabiliteit van een centrisch op druk belaste staaf met aandacht voor de Eulerse knikkracht, knikkromme en knikfactor. Vervolgens komen de instabiliteitsvormen (knik, torsie en torsieknik) aan de orde en wordt het begrip kniklengte besproken voor staven en raamwerken. • Hoofdstuk 2 behandelt de theorie en achtergronden van de stabiliteit van een op buiging belaste staaf met aandacht voor de verschillende randvoorwaarden en belastingcondities. Daarna wordt het Eulerse kipmoment besproken en de theorie toegelicht met een aantal rekenvoorbeelden. • Hoofdstuk 3 behandelt de theorie en achtergronden van de stabiliteit van een op druk en buiging belaste staaf. De toetsingsformule in NEN-EN 1993-1-1, art. 6.3 wordt toegelicht en met name de daarin gebruikte interactiefactoren k en de knik- en kipreductiefactoren . Tenslotte worden de aanvullende regels volgens NEN-EN 1993-1-1 en de Nationale Bijlage besproken. • Hoofdstuk 4 bevat twee rekenvoorbeelden van een op druk (en buiging) belaste gevelkolom van een in twee richtingen geschoorde hal. Het betreft een pendelkolom (aan beide uiteinden scharnierend aangesloten) én een ingeklemde kolom, die aan de kop scharnierend is aangesloten. • Hoofdstuk 5 bevat drie rekenvoorbeelden van een op buiging belaste dakligger: een ligger op twee steunpunten met respectievelijk twee kipsteunen, één kipsteun en geen kipsteunen. • Hoofdstuk 6 tenslotte bevat drie rekenvoorbeelden van een raamwerk. Het gaat om een geschoord non-sway raamwerk met flexibele verbindingen én een ongeschoord sway raamwerk met respectievelijk stijve en flexibele verbindingen. Stabiliteit is geschikt als leerboek voor studenten maar ook als naslagwerk bij Eurocode 3 voor constructeurs in de praktijk.

Traditionally, Arnold Toynbee and Nikolai Kondratieff have held that the Industrial Revolution began between 1776 and 1780, around the time of the invention of James Watt’s atmospheric Steam Engine. This revolution, supposedly arose suddenly, as a spontaneous ‘Big Bang’ event that created The Industrial Revolution, akin to a Virgin Birth without precedence. There is an important historical reason for systematically tracing the historic roots of the 18th-century Industrial Revolution back to its potential origins in Hellenistic Period. And by that, I mean not linking its roots to Antiquity with the Toynbee’s Industrial Revolution of the 18th-century, one cannot identify those events occurring during this 2000-year long link that would have prevented it from starting up (again) in 1690.

Gaat kernfusie straks ons energieprobleem oplossen en kunnen we windmolens en zonnepanelen dan vaarwel zeggen? Of is deze techniek er, zoals de critici beweren, ‘altijd pas over vijftig jaar’, oftewel: nooit? In De fusiedroom scheidt Jean-Paul Keulen de feiten van de fabels. Je leest hoe de zon atoomkernen samensmelt in zijn binnenste en waarom we dat in aardse fusiereactoren toch net even anders aanpakken. Hoe wetenschappers halverwege de twintigste eeuw meenden dat krachtcentrales die gebruikmaken van fusie binnen handbereik waren en waarom dat toch niet zo bleek te zijn. Wat we precies mogen verwachten van ITER, de internationale proefreactor die momenteel in Zuid-Frankrijk wordt gebouwd, en van zijn vele kleinschaligere concurrenten. En hoe zit het met koude fusie? Is dat totale onzin of zijn kernreacties bij kamertemperatuur misschien toch een mogelijkheid? Jean-Paul Keulen studeerde sterrenkunde. Hij is eindredacteur van New Scientist, schreef artikelen voor onder meer KIJK, de Volkskrant, Quest, De Ingenieur en Eos, en publiceerde de boeken De deeltjesdierentuin (2012), De deeltjessafari (2014) en Verstoppertje spelen met aliens (2017).

De reeks Betonbouw is uitgegroeid tot een standaardwerk. Deze editie van deel 2 houdt rekening met de meest courante wijzigingen. De cd-rom met rekenprogramma geeft de student of de professionele gebruiker beter inzicht in de materie. Tevens kan men met dit gebruiksvriendelijk programma snel rekenresultaten bekomen, bewaren en afdrukken. Dit boek en het rekenprogramma sluiten perfect aan op deel 1.

Mechanica + constructie 1 Dit boek is een kennismaking met de mechanica van bouwwerken, waarbij de mechanica zowel onderdeel is van het constructief ontwerp als van de constructieve berekening. • Hoofdstuk 1 verklaart vanuit de wetten van Newton ‘het in evenwicht zijn’ van constructies en bespreekt de gebruikte eenheden en de nauwkeurigheid van de constructieve berekening. • Hoofdstuk 2 behandelt het grafisch en analytisch samenstellen en ontbinden van krachten én het effect van verplaatsen een kracht. • Hoofdstuk 3 beschrijft het uitwendig evenwicht van statisch bepaalde liggers, met als doel het bepalen van de oplegreacties. • Hoofdstuk 4 beschrijft het inwendig evenwicht van liggers, met als doel het berekenen en tekenen van de inwendige krachten (N-, V- en M-lijn). • Hoofdstuk 5 gaat over het ontwerpen en berekenen van scharnierliggers en driescharnierspanten. • Hoofdstuk 6 behandelt het ontwerpen en berekenen van statische bepaalde vakwerken. • Hoofdstuk 7 geeft aan hoe spanningen door normaalkracht, dwarskracht en buigend moment worden berekend en hoe de maatgevende doorsnede in staal, beton en hout wordt getoetst op sterkte en stabiliteit volgens de rekenregels van de Eurocode. Tevens wordt verklaard hoe vanuit het constructief ontwerp instabiliteit door knik en kip is te voorkomen. • Hoofdstuk 8 gaat in op het berekenen van de vervorming door normaalkracht en het berekenen en toetsen van de doorbuiging. • Drie bijlagen sluiten het boek af: A (Wiskundig relaties tussen belasting en doorbuiging), B (Basisbelastinggevallen met 'vergeet-mij-nietjes') en C (Mechanische eigenschappen van constructiematerialen). De auteur – Vincent Keijzers – is constructeur met een jarenlange ervaring als docent aan Avans Hogeschool en Hogeschool Zeeland bij de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek. Daarnaast is hij docent Betonconstructies en Mechanica in het post-HBO onderwijs bij de Betonvereniging en bij Bouwen met Staal.

For courses in electrical & computing engineering. Feedback control fundamentals with context, case studies, and a focus on design Feedback Control of Dynamic Systems, 8th Edition, covers the material that every engineer needs to know about feedback control?including concepts like stability, tracking, and robustness. Each chapter presents the fundamentals along with comprehensive, worked-out examples, all within a real-world context and with historical background provided. The text is devoted to supporting students equally in their need to grasp both traditional and more modern topics of digital control, and the author's focus on design as a theme early on, rather than focusing on analysis first and incorporating design much later. An entire chapter is devoted to comprehensive case studies, and the 8th Edition has been revised with up-to-date information, along with brand-new sections, problems, and examples.

Dit boek behandelt de kenmerken en constructiesystemen van stalen hallen en het ontwerp van een éénbeukige geschoorde hal volgens Eurocode 3. • Hoofdstuk 1 gaat over de bouwopgave van hallen en behandelt de algemene (niet-constructieve) aspecten die te maken hebben met het ontwerp van een (stalen) hal, zoals: de typologie en gebruiksfuncties, de verschillende opdrachtgevers, de bedrijfsactiviteiten en het programma van eisen, het bouwproces, de bouwkosten én de duurzaamheid. • Hoofdstuk 2 bespreekt de gebruikelijke geïsoleerde gevel- en daksystemen, met name opbouwsystemen, sandwichpanelen en warmdak. • Hoofdstuk 3 gaat over de stabiliteit van hallen – de overdracht van horizontale en verticale belastingen naar de fundering – toegelicht aan de hand van éénbeukige hallen met een plat dak. • Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de constructiesystemen voor hallen met overspanningen tot zo’n 25 m. Besproken worden de diverse kolom/ligger-systemen, portaalconstructies en bogen én enkele bijzondere mogelijkheden, zoals ruimtelijke constructies en hang- en kabelconstructies. • Hoofdstuk 5 behandelt de brandveiligheid van hallen, waarbij allereerst enkele begrippen en definities worden toegelicht. Daarna komen de verschillende brandveiligheidseisen en bijbehorende oplossingen aan de orde. Ook wordt ingegaan op gelijkwaardige oplossingen voor grote hallen (met een oppervlakte van meer dan 2500 m2) en worden de kenmerken van sprinklers en van rook- en warmteafvoerinstallaties besproken. • Hoofdstuk 6 gaat over kraanbanen in industriële productie- en opslaghallen en met name over bovenloopkranen. Behandeld worden enkele ontwerpaspecten, met name de belastingen op en de detaillering en berekening van de kraanbaanligger. Ook wordt globaal ingegaan op enkele vermoeiingsaspecten. • Hoofdstuk 7 toont in detail hoe de aanpak van het constructief ontwerp van een éénbeukige geschoorde hal verloopt. Op basis van het vooronderzoek worden de uitgangspunten en de belastingen vastgelegd. Vervolgens wordt aangegeven welke keuzen in het voorontwerp mogelijk zijn en wat de consequenties hiervan zijn op de keuze en uitwerking van de staalconstructie. 'Hallen' is niet alleen te gebruiken als studieboek op HBO- en TU-niveau, maar bevat ook voor de constructeur in de praktijk nuttige informatie.

De eerstelijns leidinggevende heeft als schakel tussen de werkvloer en het management van alle partijen de meeste invloed op het gedrag van medewerkers. Diens invloed wordt in de vorm van zeven competenties en aan de hand van een op feiten gebaseerde casus beschreven. Je kunt deze zeven factoren het beste vergelijken met knoppen waaraan je als leidinggevende kunt draaien om het gedrag van een medewerker te beïnvloeden. Uit ongevalsanalyse blijkt dat de meeste winst op het gebied van veilig werken valt te behalen door veilig gedrag te versterken. De auteur gebruikt hierbij de door hemzelf ontwikkelde methode Brain Based Safety. Deze methode vertaalt recente kennis van het brein in het bevorderen van veilig gedrag in organisaties.

"Revival" van het in 1989 door de Nederlandse Vacuümvereniging NEVAC uitgegeven boek 'Vacuümtechniek', in eerste instantie bedoeld om technici op MBO-niveau op te leiden voor het ontwikkelen van vacuümsystemen, het toepassen van technieken in vacuüm en het oplossen van problemen met vacuümapparatuur. Een boek met alle noodzakelijke informatie voor vacuümtechnici, maar zonder de door het middenkader als "ballast" ervaren verdiepingsstof, die het eveneens in een nieuwe editie verschenen 'Basisboek Vacuümtechniek' voor HBO'ers en academici zo gewild maakt. Behalve compleet vernieuwd, is het boek tevens uitgebreid met oefenvraagstukken met achterin zowel korte antwoorden als complete uitwerkingen. Ten behoeve van het VMBO-niveau is een module 'Rekenen en aflezen' toegevoegd. Tenslotte is het boek omwille van diens praktische bruikbaarheid aangevuld met enige appendices voorzien van relevante overzichten, grafieken en tabellen. Een en ander maakt dit nieuwe boek zeer geschikt als cursusboek voor de in Nederland ingeburgerde combi-cursussen MBO-VMBO onder auspiciën van de NEVAC. Ook leent het boek zich heel goed voor zelfstudie.

Geheel herziene versie van het in 2000 door de Nederlandse Vacuümvereniging NEVAC uitgegeven 'Basisboek Vacuümtechniek', inmiddels uitgegroeid tot een erkend standaardwerk en met 2 herdrukken "bestseller" op het vakgebied der vacuümtechniek in de Nederlandse taalregio. Deze nieuwe editie bevat alle innovaties van de 21e eeuw in het vacuümdomein. Een onmisbare hulpbron voor onderzoekers, ingenieurs, onderhoudspersoneel en verkoopmanagers die zich bezighouden met vacuümgerelateerde onderwerpen. Achttien jaar gebruik van de 1ste editie in talloze vacuümcursussen hebben bewezen dat het boek niet alleen een uitstekend naslagwerk is, maar ook een voortreffelijk cursusboek vanwege zijn unieke "getrapte" structuur, waarbij de specifiek voor HBO’ers en academici bedoelde verdiepingsstof met een kantlijnstreep is gemarkeerd. Zónder verdiepingsstof resteert een samenhangend en goed leesbaar cursusboek op MBO-niveau. Als het ware "twee boeken in een". Perfect geschikt voor (gecombineerd) vacuümonderwijs op hoger en middelbaar niveau. Om de aantrekkelijkheid als boek voor cursussen én zelfstudie verder te vergroten, zijn in deze 2de editie niet alleen de korte antwoorden bij de hoofdstukoefeningen opgenomen, maar ook hun complete uitwerkingen. Docenten, studenten en cursisten zullen het boek ervaren als een evenwichtige synthese tussen moderne vacuümpraktijk en verklarende physica. Tevens uitgegeven in het Engels onder de titel 'Vacuum Science and Technology', verkrijgbaar als hardcover en e-book, zie http://www.book-vacuum-science-and-technology.com.

We weten de laatste tijd veel meer over hoe het brein werkt, vooral over hoe het waarneemt, hoe het beslissingen neemt en hoe het acties voorbereidt en uitvoert. Veilig werkgedrag door Brain Based Safety gebruikt deze nieuwe kennis. De auteur biedt de lezer daarmee een vernieuwend inzicht in de psychologie die achter het succes of het falen van veel veiligheidsmaatregelen op het werk zit. Eén van de belangrijkste boodschappen is dat gedrag maar voor een zeer beperkt deel door bewuste processen wordt gedreven. Leren en veranderen gaat dan ook niet zozeer door er over te praten, als wel door samen te doen. Uitleg is zinvol, maar oefening baart kunst. Vanuit zijn visie van Brain Based Safety illustreert Daalmans hoe onveilig gedrag op de werkvloer effectief kan worden veranderd. Hij richt zich op thema’s als risicodetectie en risico-evaluatie, de invloed van paraatheid, stress en regels, de impact van de organisatie en het effect van teamwerk en leiderschap. De auteur stipt ook het conflict aan tussen hoe de hersens werken en hoe de veiligheidskunde zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. Het gaat daarbij om de overmaat aan regels en procedures die psychologisch gezien een bedreiging voor de risicodetectie vormen en die ons vaak als oplossing voor het beheersen van gevaren worden voorgesteld. De uitdaging is om de theorie en principes die Daalmans aanreikt in de praktijk van het veiligheidsmanagement toe te passen. Dit boek geeft een handreiking door duidelijke casuïstiek en het gebruik van voorbeelden uit de praktijk. Bovendien heeft ieder hoofdstuk behalve een samenvatting een afsluitend deel waarin de praktische mogelijkheden voor veiligheidsmanagement op een rij worden gezet.

De stad van de toekomst Hoe ziet ze eruit? Hoe ziet de ideale stad eruit binnen tien jaar? Hoe slim zijn onze Vlaamse en Nederlandse steden vandaag al? Moeten we bang zijn voor de stad van de toekomst? Wat enkele decennia geleden nog sciencefiction leek, is vandaag werkelijkheid. Slimme horloges en camera's, sensornetwerken en drones vinden stilaan hun plaats in het alledaagse leven. Ze gebruiken de kracht van ICT om onze mobiliteit, energievoorziening, stadsbeleving en veiligheid grondig te verbeteren. Maar zijn die vernieuwingen alleen maar positief? Hoe kunnen we steden leefbaar houden nu ze groter en moeilijker te beheersen worden dan ooit tevoren? Hoe weeg je pakweg de nood aan veiligheid af tegenover die aan privacy? Dit boek beschrijft hoe technologie ingrijpt in ons stadsbeeld, wat daarbij verkeerd kan gaan, en wat we kunnen doen om horrorscenario's te voorkomen. Smart cities toont aan dat we een balans moeten vinden tussen de mogelijkheden en valkuilen die technologie met zich meebrengt, en welke modellen we het best volgen. Daarbij biedt het een multidisciplinaire insiderskijk op de ontwikkelingen die op ons afkomen, van architectuur tot dagelijks leven, mobiele applicaties en slim stadsbeleid.

'Knopen' behandelt het berekenen van geboute en gelaste verbindingen in raamwerken en in buisconstructies volgens NEN-EN 1993 (Eurocode 3).* Hoofdstuk 1 bespreekt de eigenschappen van verbindingen in raamwerken, waarbij de nadruk ligt op ligger/kolom-verbindingen. Aan de orde komen de classificatie van verbindingen, het modelleren van de verbindingseigenschappen (componentenmethode), de weerstand en stijfheid van de verbinding en de eisen aan de rotatiecapaciteit en de stijfheid.* Hoofdstuk 2 gaat over scharnierende verbindingen in raamwerken, uitgevoerd met een lip, met een korte kopplaat of met hoekprofielen. Aangegeven wordt welke onderwerpen een rol spelen bij de berekening, zoals excentriciteiten, doorsnedeverzwakking door boutgaten, stuikweerstand bij een schuine kracht, de functie van de verbinding als kip- en kniksteun en de combinatie van buiging en normaalkracht. Van elk van de drie typen scharnierende verbindingen is een complete berekening en toetsing opgenomen.* Hoofdstuk 3 gaat over momentverbindingen in raamwerken, uitgevoerd met geboute kopplaten of volledig gelast, al of niet versterkt met schotten of consoles. Uitgelegd wordt welke verbindingen voor de berekening als een momentverbinding mogen worden beschouwd. Daarnaast wordt uitvoerig ingegaan op het voorontwerp en het detailontwerp van een momentverbinding. Tot slot worden twee rekenvoorbeelden uitgewerkt.* Hoofdstuk 4 beschrijft de meest voorkomende typen kolomvoetplaatverbindingen en legt uit hoe de berekening van de weerstand verloopt van centrisch en excentrisch belaste voetplaten en hoe de stijfheid kan worden bepaald. Ook wordt kort ingegaan op vermoeiing en op enkele uitvoeringsaspecten.* Hoofdstuk 5 behandelt het gedrag van en de krachtswerking in verbindingen met buisprofielen. Na de algemene kenmerken van buisverbindingen wordt het gedrag besproken aan de hand van analytische modellen. De parameters die bij het ontwerp van gelaste buisconstructies van belang zijn worden toegelicht met ontwerpgrafieken en richtlijnen. Tot slot wordt ingegaan op de relatie van de rekenregels in Eurocode 3 met de recente richtlijnen en voorschriften van ISO, IIW en CIDECT.De auteurs - prof.ir. J.W.B. Stark en prof.dr.ir. J. Wardenier - zijn beiden ervaren docenten op het gebied van staalconstructies en zowel nationaal als internationaal voorzitter of lid geweest van diverse onderzoeks- en/of normcommissies.* Jan Stark is emeritus-hoogleraar Staalconstructies aan de TU Delft en TU Eindhoven en werkte actief mee aan het opstellen van de regels voor verbindingen in Eurocode 3. Hij is auteur van het boek Verbinden, waar het boek Knopen op aansluit, en verzorgt nog introductiecursussen over verbindingen.* Jaap Wardenier is emeritus-hoogleraar Staalconstructies aan de TU Delft, 'visiting professor' aan de National University of Singapore en adviseur op het gebied van staalconstructies. Hij is actief betrokken bij het opstellen van diverse internationale richtlijnen en normen, is (mede-)auteur van diverse boeken met name over buisconstructies en geeft cursussen in verschillende landen.