
Archeologie
Populair in Archeologie
Thomas Cirotteau, Jennifer Kerner, Eric Pincas
Mevrouw Sapiens
In de prehistorie hielden mannen zich bezig met jagen. Vrouwen verzamelden bessen, kookten en zorgden voor de kinderen. Zo staat het in de lesboekjes. Maar klopt dit beeld? Een internationaal team van meer dan dertig wetenschappers twijfelt er ernstig aan. Uit allerlei vondsten blijkt dat mevrouw sapiens, de prehistorische vrouw, veel machtiger en krachtiger was dan lang is gedacht. Thomas Cirotteau is auteur en regisseur. Hij maakte de documentaire Lady Sapiens en de internationaal bekroonde film Qui a tué Néandertal? Dr. Jennifer Kerner is docent prehistorie aan de Université Paris-Nanterre. Ze is tevens verbonden aan het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique) en aan verschillende musea. Eric Pincas is historicus en journalist. Hij is hoofdredacteur van Historia.
Harald Meller, Kai Michel, Marten Vries
De hemelschijf van Nebra
De hemelschijf van Nebra is een van de belangrijkste archeologische vondsten van de afgelopen eeuw. In 1999 werd de schijf door illegale schatzoekers ontdekt in midden-Duitsland, maar na een avontuurlijke odyssee wist archeoloog Harald Meller hem veilig te stellen om er nader onderzoek naar te kunnen doen. De bronzen schijf met gouden versierselen blijkt de oudst bekende voorstelling van de kosmos ter wereld. Het is het sensationele bewijs dat 3600 jaar geleden in het hart van Europa een tot nog toe onbekende, hoogontwikkelde cultuur heeft bestaan. In De hemelschijf van Nebra schetst Meller samen met historicus Kai Michel niet alleen de spectaculaire gang van zaken rond de vondst van de schijf, maar ook de contouren van een fabelachtig prehistorisch imperium, dat tot nu toe volkomen onbekend was. Het rijk van Nebra was uitgestrekt en machtig, en onderhield contacten van Stonehenge tot aan Egypte en Mesopotamië. Zijn heersers lieten zich bijzetten onder enorme grafheuvels. De hemelschijf van Nebra levert ons de sleutel tot een vrijwel spoorloos verdwenen wereld, waarin de ideeën over goden, macht en kosmos ingrijpend veranderden. Het bestaan van deze onbekende beschaving betekent een fundamentele herijking van de gangbare historische opvattingen. Harald Meller (1960) is archeoloog en directeur van het museum voor prehistorie in Halle an der Saale. Zijn vondst van de schijf van Nebra geniet internationale erkenning. Kai Michel (1967) is historicus en wetenschapsjournalist. Samen met Carel van Schaik schreef hij de bestseller Het oerboek van de mens (30.000 exemplaren verkocht).
Het is drukkend warm op woensdag 12 mei 1897. Veenarbeiders Willem Emmens en Hendrik Barkhof zijn hard aan het werk in een veentje tussen Vries en Yde. Met een baggerbeugel scheppen ze zwarte veenmodder uit het bruine water. Dan gebeurt er iets wat niemand verwacht: ze halen een lichaam naar boven. De twee mannen schrikken zich een ongeluk en rennen in paniek naar huis. Zo begint Het meisje van Yde, een kinderboek over het beroemdste veenlijk.
Masja Parlevliet, Nico Parlevliet, Nico Parlevliet
Swoertje wroet in vroeger
De eeuwen tussen 900 en 1100 zijn een belangrijke overgangsperiode in de geschiedenis van wat nu Nederland is. Het gebied verandert ingrijpend qua landschap, bevolking, bebouwing, taal en cultuur. Het wordt beter bereisbaar. Deze veranderingen creëren een Nederland dat herkenbaar is voor bezoekers van nu, met dijken om ontgonnen land, een burcht na elke rivierbocht en kerktorens aan de horizon. Het Nederland van de 10de en 11de eeuw, grotendeels bestuurd door de bisschop van Utrecht, is de noordwestelijke punt van het Heilige Roomse Rijk, geregeerd vanuit het Rijnland. De blik is meer dan nu naar het oosten gericht. De machthebbers onderhouden contacten met Rome, het Byzantijnse rijk en de rest van de wereld. In die netwerken worden kennis en verhalen verspreid, van vroeger of van ver weg. Daarmee reizen mensen in gedachten. Voor deze eeuwen is archeologie de belangrijkste bron, in combinatie met teksten en afbeeldingen in handgeschreven boeken. In schatkamers zijn kunstobjecten vol goud en edelstenen bewaard gebleven en textiel uit de hele wereld. Middenin deze periode viel de millenniumwisseling van het jaar 1000, een sleutelmoment in de christelijke tijdrekening. De verwachtingen waren hooggespannen, maar ook toen is de wereld niet vergaan. Dit rijk geïllustreerde boek, geschreven door conservator dr. Annemarieke Willemsen, verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden in 2023-2024.
Marcel Niekus, Yuri Koeveringe
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe? Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven. In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was…. De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
Vanaf de late middeleeuwen tot eind 18e eeuw kwamen aan de kust bij Katwijk regelmatig de resten van een mysterieuze ruïne tevoorschijn die vanaf 1543 als curiosum regelmatig op Nederlandse kaarten werd afgebeeld. Volgens Romeinse bronnen moet hier een fort gelegen hebben op het eindpunt van de grens van het Romeinse vasteland. Al eeuwen proberen onderzoekers deze verdronken 'Brittenburg' terug te vinden en te begrijpen wat het was. In 1960 werd tevergeefs twee weken lang door duikers bij Katwijk in zee gezocht. Nieuw ontdekte documenten vormden de aanleiding om in oude manuscripten en kaarten te snuffelen. Waar archeologen normaal gesproken kunnen graven in de grond, moet de Brittenburg onderzoeker zich baseren op eeuwenoude documenten met ooggetuigenverslagen, afbeeldingen en kaarten waarop met een kruis of 'passen tot de kerktoren' staat aangegeven waar wat gezien is. Na eeuwen tevergeefs speurwerk leek deze beroemdste 'cold case' van de Nederlandse archeologie onoplosbaar. In dit boek wordt de zaak heropend en gaat de lezer stap voor stap mee op een speurtocht aan de hand van nieuw bewijsmateriaal. Het biedt interessante resultaten die een ander licht werpen op de Brittenburg, de verdronken hoeksteen van het Romeinse Rijk. Inhoud: Voorwoord 1 Inleiding: hoeksteen van het Romeinse rijk 2 Pioniers in barre omstandigheden 3 Vondsten uit de verdronken ruïne 4 De Romeinse strijd tegen het water 5 De oostelijke poort krijgt vorm 6 Op het spoor van de verdwenen plattegrond 7 De ligging van de verdronken ruïne 8 Een ingekrompen laat-Romeinse burcht 9 De Brittenburg als groot Romeins castellum 10 Het begin van een volgende fase Dankwoord Verantwoording illustraties Literatuur Eindnoten
Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk. Men spreekt in dat verband trouwens terecht van militaire wegen, De Romeinen slaagden erin om uiteindelijk een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer. Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading? Van de Romeinse weg Maastricht-Tongeren-Tienen-Kassel zijn maar weinig stuken in hun 'oorspronkelijke' landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.
This popular-science book tells the story of one of the most important, but least known major archaeological sites in Europe: Doggerland. Few people know that the beaches along the North Sea lie on the edge of a vast lost world. A prehistoric landscape that documents almost a million years of human habitation and lay dry for most of that time. Doggerland is where early hominids left the first footprints in northern Europe, more than 900,000 years ago. Later, for hundreds of thousands of years, it was the scene of ice ages. A world of woolly mammoths and rhinoceroses, horses and reindeer and the successful Neanderthals who hunted them, including Krijn: the first Neanderthal from Doggerland. At the end of the last Ice Age, the first modern humans also left their traces here, including the famous Leman-and-Ower-Banks spearhead – the first documented Doggerland find – and some of the oldest art in the region. With the onset of the Holocene, our current era, Doggerland’s inhabitants were increasingly confronted with climate change and rising sea levels, just as we are today. The Mesolithic hunter-gatherers lived in a rich, but constantly changing world – to which they successfully adapted. Ongoing submergence and a huge tsunami around 6150 BC marked the beginning of the end. A few centuries later, the last islands disappeared under the waves and with them the story of Doggerland was lost in time. This book brings this vanished world back to the surface.
Top 10 van Archeologie
De bronstijd (2000-800 v.Chr.) is een sleutelperiode in de prehistorie van Nederland en Europa. De opkomst van een nieuw metaal – brons – leidt tot ingrijpende ontwikkelingen in de samenleving die tot de dag van vandaag doorklinken. Een grootschalige migratie van oost naar west, aan het eind van de steentijd, markeert het begin van een periode van revolutionaire ontwikkeling op maatschappelijk, technologisch en cultureel vlak. Brons, een legering van koper en tin, vormt daarvan de motor. Dit materiaal – taai, hard en glimmend als goud in de zon – blijkt geschikt voor superieure werktuigen, sieraden en wapens. Koper en tin komen maar op enkele plaatsen in Europa voor, hetgeen leidt tot verstrekkende uitwisselingsnetwerken over land en zee en tot de opkomst van een vroege vorm van geld. Deze nieuwe, intensievere contacten veranderen de samenleving voorgoed. Er ontstaan elites die nauw contact met elkaar onderhouden. Religieuze ideeën, symbolen, rituelen en astronomische kennis worden wijd gedeeld en verbinden veraf gelegen delen van Europa voor het eerst onlosmakelijk met elkaar. Macht en bezit creëren echter ook spanningen en leiden tot conflict en oorlog. Hoewel er in voorgaande periodes ook wel geweld was, zien we nu voor het eerst een voorwerp dat puur en alleen bedoeld was om een tegenstander te doden: het zwaard. De opkomst van dit wapen gaat samen met de eerste grootschalige oorlogsvoering waarbij honderden krijgers betrokken zijn. Van superieure wapens en sieraden tot grensverleggende technologieën, de bronstijd is een tijdperk van ongekende dynamiek en verandering. Ontdek in dit boek hoe deze periode, die op het eerste gezicht vervreemdend is, misschien ook fundamenten herbergt van de samenleving zoals wij die kennen.
Dit publieksboek (3de druk) vertelt het verhaal van één van de belangrijkste, maar minst bekende archeologische vindplaatsen van Europa: Doggerland. Slechts weinigen weten dat onze stranden aan de rand liggen van een enorm verdwenen landschap. Een prehistorische wereld die bijna een miljoen jaar menselijke bewoning documenteert en die gedurende het grootste deel van die tijd droog lag. Het is de plek waar meer dan 900.000 jaar geleden de eerste voetstappen van vroege mensachtigen in Noord-Europa werden achtergelaten. Daarna was het honderdduizenden jaren lang het toneel van ijstijden: de wereld van wolharige mammoeten en neushoorns, paarden en rendieren en de succesvolle Neanderthalers, waaronder Krijn – de eerste van Nederland, die erop jaagden. De eerste moderne mensen aan het eind van de laatste ijstijd lieten hier eveneens hun sporen achter, waaronder een schedelfragment van de oudste mens van Nederland en de vroegste kunst uit onze streken. Doggerland was vooral ook het gebied dat met het aanbreken van het Holoceen, ons huidige tijdperk, in toenemende mate werd geconfronteerd met klimaatverandering en zeespiegelstijging, net als nu. De mesolithische jager-verzamelaars leefden er in een rijke, maar constant veranderende wereld, waarbij een enorme tsunami rond 6150 voor Christus een eerste genadeklap vormde. Enkele eeuwen later verdwenen de laatste eilanden onder water en daarmee ook Doggerland. Dit boek haalt deze verdwenen wereld weer boven water.
Op zoek naar de middeleeuwse wortels van de hoofdstad. Op 27 oktober 1275 werd ‘Amestelledamme’ voor het eerst genoemd in een document, het tolprivilege van graaf Floris V. Amsterdam was toen nog een kleine nederzetting bij IJ en Amstel, maar zou al snel uitgroeien tot een invloedrijke havenstad en beroemd bedevaartsoord. Hoe ontstond Amsterdam? Wat voor leven had de middeleeuwse Amsterdammer? Aan de hand van archiefstukken, archeologische vondsten en plekken in de huidige stad vertellen historici en archeologen over deze onderbelichte periode in de Amsterdamse geschiedenis. Ze verhalen over de eerste bewoners en thema’s als de macht in de stad, misdaad en straf, feest en vermaak, religie, handel, en de zorg voor elkaar. Dit rijk geïllustreerde boek brengt de middeleeuwen dichterbij dan ooit tevoren.
Nieuw in Archeologie
Op zoek naar de middeleeuwse wortels van de hoofdstad. Op 27 oktober 1275 werd ‘Amestelledamme’ voor het eerst genoemd in een document, het tolprivilege van graaf Floris V. Amsterdam was toen nog een kleine nederzetting bij IJ en Amstel, maar zou al snel uitgroeien tot een invloedrijke havenstad en beroemd bedevaartsoord. Hoe ontstond Amsterdam? Wat voor leven had de middeleeuwse Amsterdammer? Aan de hand van archiefstukken, archeologische vondsten en plekken in de huidige stad vertellen historici en archeologen over deze onderbelichte periode in de Amsterdamse geschiedenis. Ze verhalen over de eerste bewoners en thema’s als de macht in de stad, misdaad en straf, feest en vermaak, religie, handel, en de zorg voor elkaar. Dit rijk geïllustreerde boek brengt de middeleeuwen dichterbij dan ooit tevoren.
De bronstijd (2000-800 v.Chr.) is een sleutelperiode in de prehistorie van Nederland en Europa. De opkomst van een nieuw metaal – brons – leidt tot ingrijpende ontwikkelingen in de samenleving die tot de dag van vandaag doorklinken. Een grootschalige migratie van oost naar west, aan het eind van de steentijd, markeert het begin van een periode van revolutionaire ontwikkeling op maatschappelijk, technologisch en cultureel vlak. Brons, een legering van koper en tin, vormt daarvan de motor. Dit materiaal – taai, hard en glimmend als goud in de zon – blijkt geschikt voor superieure werktuigen, sieraden en wapens. Koper en tin komen maar op enkele plaatsen in Europa voor, hetgeen leidt tot verstrekkende uitwisselingsnetwerken over land en zee en tot de opkomst van een vroege vorm van geld. Deze nieuwe, intensievere contacten veranderen de samenleving voorgoed. Er ontstaan elites die nauw contact met elkaar onderhouden. Religieuze ideeën, symbolen, rituelen en astronomische kennis worden wijd gedeeld en verbinden veraf gelegen delen van Europa voor het eerst onlosmakelijk met elkaar. Macht en bezit creëren echter ook spanningen en leiden tot conflict en oorlog. Hoewel er in voorgaande periodes ook wel geweld was, zien we nu voor het eerst een voorwerp dat puur en alleen bedoeld was om een tegenstander te doden: het zwaard. De opkomst van dit wapen gaat samen met de eerste grootschalige oorlogsvoering waarbij honderden krijgers betrokken zijn. Van superieure wapens en sieraden tot grensverleggende technologieën, de bronstijd is een tijdperk van ongekende dynamiek en verandering. Ontdek in dit boek hoe deze periode, die op het eerste gezicht vervreemdend is, misschien ook fundamenten herbergt van de samenleving zoals wij die kennen.
Rowin Lanen, Jan Doesburg, Henk Baas, Jaap Evert Abrahamse, Jos Stöver, Sonja Barends
De logica van het landschap
Fossiele eiken, veen- of bostoponiemen, Romeinse houtskoolmeilers, wildforstersgoederen, kogelpotten, relieken en bescherming van het landschap: in De logica van het landschap geven 31 artikelen samen een beeld van het brede werkterrein van de archeologie en landschapsgeschiedenis. De auteurs zijn archeologen of onderzoekers uit aanpalende vakgebieden. Ze schrijven over de archeologie van Oost-Nederland en Limburg, over bossen en bosgeschiedenis, veengebieden en zandlandschappen, maar ook over onderwerpen als de voedingsmiddelenbehoefte, bevolkingsdichtheid, Oranjekeramiek en kerkarchitectuur. De logica van het landschap is een zeer gevarieerd en rijk geïllustreerd boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de archeologie en geschiedenis van het landschap. Het boek is aangeboden aan landschapsarcheoloog en hoogleraar Ecologische Landschapsgeschiedenis Bert Groenewoudt bij zijn afscheid bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Bert Groenewoudt heeft veel collega-onderzoekers geïnspireerd en gemotiveerd. Bevriende onderzoekers hebben dit liber amicorum voor hem samengesteld. De rijke variatie aan onderwerpen reflecteert zijn brede interesse en uitgebreide oeuvre. De grote hoeveelheid bijdragen en de variatie in onderwerpen zijn te beschouwen als resultaten van zijn werkzame leven bij de RCE in dienst van de archeologie en het landschap.
Dacië – het oude Roemenië – staat in de klassieke oudheid al bekend als een ‘rijk van goud en zilver’. De talloze archeologische schatten die hier in de twintigste eeuw gevonden zijn, laten zien dat de geruchten over de Dacische rijkdom niet ongegrond waren. Maar de Daciërs waren meer dan alleen liefhebbers van goud en zilver: ze bouwden imposante heuvelforten, bedreven handel met verre koninkrijken, en ze zetten het imposante landschap van het Karpatengebergte naar hun eigen hand. Nieuwe archeologische onderzoeken laten zien hoe over een periode van ruim tweeduizend jaar de Dacische koninkrijken ontstonden. Door de invloeden van verschillende volkeren zoals de Scythen, de Grieken en de Kelten vormden de Daciërs hun eigen cultuur. Al deze verschillende elementen zijn terug te zien in de begrafenispraktijken, de mythologie en de architectuur. Dacia – Rijk van goud en zilver laat zien waar de rijkdom van de Daciërs vandaan kwam, maar kijkt ook verder dan het glinsterende goud en zilver.
Lang voordat Cleopatra over het land van de Nijl regeerde, waren er al machtige koninginnen in Egypte. Zij stonden aan de zijde van de farao bij al zijn activiteiten en blijken een soms verrassend onafhankelijke positie in te nemen. Dit boek beschrijft de vele facetten van het leven van de Egyptische koningin. Hoe was haar relatie met haar echtgenoot de farao, haar familie, de hofhouding en de harem? Welke politieke, religieuze en familiezaken hielden haar bezig? Wat kwam er kijken bij haar begrafenis en hoe was haar relatie tot de godinnen van Egypte? Dit boek concentreert zich op de bloeiperiode van het oude Egypte, het zogenoemde Nieuwe Rijk (ca. 1539-1077 v.Chr.). Belangrijke koninginnen in die tijd waren Ahmose Nefertari, Hatsjepsoet, Teje, Nefertiti en Nefertari. De auteurs zijn als egyptoloog werkzaam bij binnen- en buitenlandse wetenschappelijke instellingen, waaronder de Universiteit Leiden, het Museo Egizio (Turijn) en het Rijksmuseum van Oudheden.
'Megalieten' is een onmisbare bron voor iedereen die nieuwsgierig is naar de diepgewortelde mysteries van ons oude verleden en ons mens-zijn. Het is het verhaal van Europa, dat 10.000 jaar geleden begon, maar ook het verhaal van de mensheid. Na 21 reisgidsen over monumentale bouwwerken uit het stenen tijdperk was het tijd voor een allesomvattend werk. Dit epische verhaal begint bij vroege boeren die vanuit het Midden-Oosten via Turkije naar Europa trokken, op zoek naar vruchtbare grond voor hun nakomelingen. Van een kleine groep kolonisten groeiden ze uit tot bloeiende samenlevingen van boeren en zeelieden, met een rijke en diverse cultuur. Vanaf 4500 v. Chr. verspreidde het megalithisme zich over het hele continent. 'Megalieten' overstijgt grenzen en onderzoekt honderden megalithische monumenten, waarbij verbanden worden gelegd tussen tientallen culturen en duizenden jaren in de late steentijd. Vanuit een evolutionair antropologisch perspectief biedt het verrassende inzichten in de eeuwenoude vragen over de betekenis van hunebedden, menhirs en steencirkels. Deze antwoorden werpen ook licht op hedendaagse vraagstukken. Met meer dan 1500 boeiende foto's komt het verhaal tot leven en wordt het toegankelijk en meeslepend. Korte samenvattingen helpen de lezer de grote lijnen vast te houden. Dr. Hendrik Gommer (1962) is afgestudeerd bioloog, godsdienstwetenschapper en rechtswetenschapper. Hij deed sinds 2007 o.a. wetenschappelijk onderzoek naar evolutionair biologische achtergronden van de menselijke culturele en morele ontwikkeling. Samen met zijn vrouw Elsa Visser reist hij sinds 2015 langs de duizenden megalithische monumenten van Europa op zoek naar de betekenis ervan. De 21 delen tellende reisgidsenserie Mythische Stenen was het resultaat.
Zwartwit Paperback versie, 636 pagina's, A4-formaat Ruim 1500 zwartwit foto's - standaard inkjet kwaliteit Met een korte samenvatting per paragraaf Diverse plattegronden en kaartjes 'Megalieten' is een onmisbare bron voor iedereen die nieuwsgierig is naar de diepgewortelde mysteries van ons oude verleden en ons mens-zijn. Het is het verhaal van Europa, dat 10.000 jaar geleden begon, maar ook het verhaal van de mensheid. Na 21 reisgidsen over monumentale bouwwerken uit het stenen tijdperk was het tijd voor een allesomvattend werk. Dit epische verhaal begint bij vroege boeren die vanuit het Midden-Oosten via Turkije naar Europa trokken, op zoek naar vruchtbare grond voor hun nakomelingen. Van een kleine groep kolonisten groeiden ze uit tot bloeiende samenlevingen van boeren en zeelieden, met een rijke en diverse cultuur. Vanaf 4500 v. Chr. verspreidde het megalithisme zich over het hele continent. 'Megalieten' overstijgt grenzen en onderzoekt honderden megalithische monumenten, waarbij verbanden worden gelegd tussen tientallen culturen en duizenden jaren in de late steentijd. Vanuit een evolutionair antropologisch perspectief biedt het verrassende inzichten in de eeuwenoude vragen over de betekenis van hunebedden, menhirs en steencirkels. Deze antwoorden werpen ook licht op hedendaagse vraagstukken. Met meer dan 1500 boeiende foto's komt het verhaal tot leven en wordt het toegankelijk en meeslepend. Korte samenvattingen helpen de lezer de grote lijnen vast te houden.
Met het huidige archeologisch bestel, de impact van de ‘third science’- revolutie en de toenemende aandacht voor erfgoed lijkt de Nederlandse archeologie sterker in de samenleving verankerd dan ooit. Maar wie zit er eigenlijk te wachten op het verleden dat archeologen menen te schrijven, en waarom eindigen de verhalen van archeologie vaak in de rafelranden van de canonieke geschiedenis? Bij archeologie past geen kruideniersmentaliteit: ze is één van de meest krachtige manieren om geschiedenis te schrijven. We moeten dan wel bereid zijn op een heel andere manier te gaan opereren. David Fontijn laat zien waarom juist de Nederlandse archeologie een ‘deep history’-perspectief kan bieden op essentiële problemen van deze tijd zoals massamigratie, de constructie van groepsidentiteit in een multi-culturele geglobaliseerde wereld en destructieve economieën. Wel moeten we accepteren dat het verleden dat we reconstrueren zich vaak helemaal niet leent voor (nationale) zelfverheerlijking en dat obsessies met ‘onze voorouders’ onverwachte en misschien zelfs uiterst onaangename conclusies kunnen hebben. Dit postuum gepubliceerde essay is een bewerking van de 31e C.J.C. Reuvenslezing, uitgesproken op donderdag 21 november 2019 tijdens de 49e Reuvensdagen te Apeldoorn.
Masja Parlevliet, Nico Parlevliet, Nico Parlevliet
Swoertje wroet in vroeger
De eeuwen tussen 900 en 1100 zijn een belangrijke overgangsperiode in de geschiedenis van wat nu Nederland is. Het gebied verandert ingrijpend qua landschap, bevolking, bebouwing, taal en cultuur. Het wordt beter bereisbaar. Deze veranderingen creëren een Nederland dat herkenbaar is voor bezoekers van nu, met dijken om ontgonnen land, een burcht na elke rivierbocht en kerktorens aan de horizon. Het Nederland van de 10de en 11de eeuw, grotendeels bestuurd door de bisschop van Utrecht, is de noordwestelijke punt van het Heilige Roomse Rijk, geregeerd vanuit het Rijnland. De blik is meer dan nu naar het oosten gericht. De machthebbers onderhouden contacten met Rome, het Byzantijnse rijk en de rest van de wereld. In die netwerken worden kennis en verhalen verspreid, van vroeger of van ver weg. Daarmee reizen mensen in gedachten. Voor deze eeuwen is archeologie de belangrijkste bron, in combinatie met teksten en afbeeldingen in handgeschreven boeken. In schatkamers zijn kunstobjecten vol goud en edelstenen bewaard gebleven en textiel uit de hele wereld. Middenin deze periode viel de millenniumwisseling van het jaar 1000, een sleutelmoment in de christelijke tijdrekening. De verwachtingen waren hooggespannen, maar ook toen is de wereld niet vergaan. Dit rijk geïllustreerde boek, geschreven door conservator dr. Annemarieke Willemsen, verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden in 2023-2024.
Prachtige portretten van vooral jonge mensen, op hun mooist afgebeeld. Ze kijken je recht aan met grote donkere ogen en zijn vaak zo realistisch dat ze lijken te leven. Geen wonder dat mummieportretten zo tot de verbeelding spreken, al sinds ze omstreeks 1900 in grotere aantallen werden ontdekt. Wie waren deze mooie mensen? En wie waren de vaklieden die de portretten zo knap op houten paneeltjes schilderden? Hoe werkten ze en wie waren hun opdrachtgevers? Mummieportretten worden ook wel Fajoemportretten genoemd, naar de oase in Egypte waar de meeste zijn gevonden. Het zijn afbeeldingen van overledenen die op hun mummie bevestigd werden en die zo een belangrijke rol voor de nabestaanden speelden. De mummieportretten werden van de eerste tot de vierde eeuw n.Chr. gemaakt, toen Egypte een smeltkroes van culturen was. Mummieportretten zijn belangrijke bronnen voor het begrijpen van antieke schildertechnieken en de gebruikte materialen, maar het zijn ook bronnen die iets over dodengeloof en identiteit zeggen. In hedendaags Egypte, met name in de Fajoem, zijn de portretten nu belangrijke symbolen van de eigen identiteit.
Nineveh, de machtige hoofdstad van het Assyrische rijk, fascineerde klassieke en oosterse schrijvers, reizigers en geschiedkundigen sinds de verwoesting in 612 voor Christus. Zij schetsen een immense, dichtbevolkte stad met 90 kilometer lange stadsmuren, prachtige paleizen en kolossale standbeelden van goud. Sinds 1842 onderzoeken archeologen de ruïnes van Nineveh, die gelegen zijn aan de oostelijke oevers van de Tigris, vlakbij de moderne stad Mosul in Irak. De honderdduizenden objecten die intussen zijn opgegraven vertellen een intrigerend verhaal over leven en dood in een Mesopotamische stad. Dit boek concentreert zich op de bloeiperiode van Nineveh in de zevende eeuw voor Christus, de klassieke en religieuze bronnen, en de avonturen van reizigers en archeologen. Daarbij is er aandacht voor het materiële erfgoed van de stad, dat ook tegenwoordig wordt bedreigd. De auteurs zijn toonaangevende specialisten in hun vakgebied en werkzaam bij binnen- en buitenlandse wetenschappelijke instellingen, waaronder de universiteiten van Leiden, Udine, Harvard, Oxford en Cambridge. Deze publicatie verscheen naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Nineveh, hoofdstad van een wereldrijk’ in het Rijksmuseum van Oudheden.
Expeditie Egypte verhaalt de geschiedenis van twee eeuwen fascinerende archeologische ontdekkingen en de totstandkoming van de Egyptische collectie vanhet Museum Kunst & Geschiedenis in Brussel. In de negentiende eeuw leefde er in Belgische diplomatieke en industriële kringen een grote belangstelling voor het verleden van Egypte, dat toen een belangrijke plaats bekleedde in de internationale politiek en economie. In de eerste decennia van de twintigste eeuw speelde de flamboyante egyptoloog Jean Capart een onschatbare rol in de uitbreiding van de collectie en de ontwikkeling van het wetenschappelijke onderzoek. Na zo’n 200 jaar diepgaande interesse in het oude Egypte, beheert het Museum Kunst & Geschiedenis een uitzonderlijk rijke Egyptische verzameling die tot de top van de Europese musea wordt gerekend.
Marcel Niekus, Yuri Koeveringe
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe? Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven. In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was…. De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
Thijs Demeulemeester, Koen Stein
Dinosaurs are collectible
Verzamelaars hebben het dezer dagen massaal op dino's gemunt. Dinosaurusskeletten, -eieren, -botten en andere fossielen verkopen vlotjes op de kunstmarkt. Hoe begin je aan zo'n verzameling? Waarom zijn ze zo populair? En waarom kost een T.rex evenveel als een Picasso? In Dinosaurs are collectible graven we verhalen op over de spraakmakendste dinovondsten. Maar je leest ook over een dandy fossielenjager in bontmantel, Charles Dickens' dinoromans of een diner in een Iguanodon. De dinomanie sijpelt ook door naar filmregisseurs én kunstenaars. In hun verbeelding brengen zij dino's weer tot leven. Maar wordt het scenario van Jurassic Park ooit écht mogelijk? Kunnen we met dinosaurus-DNA prehistorische monsters reïncarneren? Dinosaurs are collectible zoekt het uit tot op het bot.
Het Forum Romanum blijft mensen al generaties lang fascineren. Zo mag een bezoek al sinds de klassieke Grand Tour-reizigers ook vandaag haast niet ontbreken in de vorming van laatstejaars humaniorascholieren. Hoe het Forum Romanum er kan hebben uitgezien, daarover blijven archeologen, historici en classici elkaar in de haren vliegen. Dit rijk geïllustreerde boek volgt de evolutie van de recente archeologische ontdekkingen en theorieën. Geen saaie beschrijvingen van archeologische resten, geen opsommingen van afmetingen en steensoorten. De informatie die voortspruit uit de talloze opschriften, is bij wijlen opzienbarend. Een selectie teksten uit de klassieke literatuur, in het origineel én in vertaling, laat zien wat er op het Forum gebeurde. Wat ging Plinius beluisteren in de Basilica Iulia? Wat was nu eigenlijk de geheimzinnige Zwarte Steen? Wat heeft de apostel Petrus met het Forum te maken? Heeft men in 2020 daadwerkelijk het graf van Romulus ontdekt? Ging het Forum met de val van het Romeinse rijk mee ten onder, of bleef het voortleven? De auteurs vullen met dit nieuwe standaardwerk de leemtes op in de kennis van een van de bekendste archeologische sites uit de Romeinse oudheid. Zodoende krijgen die stenen opnieuw hun stem. Stenen en stemmen dus… Guido Cuyt is erevoorzitter van de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA), erelid van de Vlaamse Archeologische Raad en voormalig externe medewerker aan het departement Archeologie van de KU Leuven. Van zijn hand zijn tal van publicaties verschenen over archeologie in het Antwerpse en in Rome. Michiel Verweij is doctor in de klassieke talen. Hij werkt als wetenschappelijk medewerker in de afdeling Oude en Kostbare drukwerken van de Koninklijke Bibliotheek van België te Brussel en is tevens medewerker van de KU Leuven, onderzoekseenheid Latijnse literatuur. Tot zijn talrijke publicaties hoort het boek Ovidius. Het verhaal van een dichter.
Thomas Cirotteau, Jennifer Kerner, Eric Pincas
Mevrouw Sapiens
In de prehistorie hielden mannen zich bezig met jagen. Vrouwen verzamelden bessen, kookten en zorgden voor de kinderen. Zo staat het in de lesboekjes. Maar klopt dit beeld? Een internationaal team van meer dan dertig wetenschappers twijfelt er ernstig aan. Uit allerlei vondsten blijkt dat mevrouw sapiens, de prehistorische vrouw, veel machtiger en krachtiger was dan lang is gedacht. Thomas Cirotteau is auteur en regisseur. Hij maakte de documentaire Lady Sapiens en de internationaal bekroonde film Qui a tué Néandertal? Dr. Jennifer Kerner is docent prehistorie aan de Université Paris-Nanterre. Ze is tevens verbonden aan het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique) en aan verschillende musea. Eric Pincas is historicus en journalist. Hij is hoofdredacteur van Historia.
Vijftien jaar was Domitianus als keizer van Rome aan de macht (81-96). Na de onverwachte dood van zijn oudere broer Titus, die slechts twee jaar regeerde, was hij de logische troonopvolger. Domitianus zette op veel punten het beleid van zijn populaire vader Vespasianus (keizer tussen 69-79) en Titus (79-81) voort. Met succes: er heersten vrede, rust en stabiliteit op de meeste plaatsen in het Rijk. De handel en bedrijvigheid floreerden, ook al plukte niet iedereen daarvan de vruchten. Intussen onderging Rome tijdens Domitianus’ bewind een ware metamorfose: geen enkele keizer bouwde zoveel als Domitianus. Veel daarvan is nog steeds zichtbaar in het centrum van het huidige Rome. Toch is de opdrachtgever, Domitianus, voor de meeste mensen een onbekende. Direct na zijn dood werd deze keizer in de ban gedaan door de elite die hem intens haatte. Zelfs de herinnering aan hem moest zoveel mogelijk verdwijnen. Romeinse schrijvers schetsten direct na zijn dood een inktzwart portret van de man en zijn daden en dat bleef niet zonder gevolgen: Domitianus is als een van de slechtste keizers ooit de geschiedenisboeken ingaan. Mateloos, wispelturig wreed, een ware despoot die zelfs zover ging dat hij als ‘heer en god’ aangesproken moest worden. In dit boek ontrafelen de auteurs het hoe en waarom van Domitianus’ slechte reputatie. Waar ging het fout? Hoe is deze negatieve beeldvorming te verklaren voor een keizer die in beleid niet erg afweek van zijn voorgangers? Een keizer bovendien die op grote schaal ‘bouwde voor het volk’? En ook: hoe zag het leven er tijdens zijn heerschappij uit, in Rome en elders in het Rijk?
Evert Ginkel, Monique Veen, Andjelko Pavlović
Graven onder de Haagsche toren
Boeken over Archeologie